Gisteravond bij terugkomst in Beiroet, stelde Brigitte voor om uit eten te gaan in het centrum van Beiroet. Gezellig, een romantische tête-à tête na alle stress van de oorlog. En ook om te zien hoe het uitgaansleven er bij staat. Maar dat viel nog zwaar tegen. Er was vrijwel niemand. Waar normaal gesproken de restaurants en cafés bomvol zitten, waren er nu twee, soms drie tafels bezet per restaurant. Veel plaatsen waren gesloten, de eigenaren vonden het blijkbaar niet de moeite waar om open te zijn voor een handvol gasten.
In het Italiaanse restaurant waar wij heen gingen, Scoozi genaamd, zaten welgeteld nog vier andere mensen. Normaal kom je daar zonder reservering haast niet binnen. Ook ontbraken veel producten op het menu omdat de grondstoffen, zoals verse mozzarella, niet meer worden aangeleverd.
Het plein in het centrum was omgebouwd tot een tijdelijke tentoonstelling ter nagedachtenis van alle kinderen die zijn omgekomen door het Israëlische geweld. Veel heftige foto’s en pakkende slagzinnen zoals:
“In Qana verrichte Jezus zijn eerste wonder,
En Israël haar tweede bloedbad”
“Verniel ons niet!
Help ons niet!”
“Straaljager versus kind”
Enzovoort.
Beetje deprimerend om al die foto’s van dode kinderen te zien. Natuurlijk valt de frustratie over de zinloze Israëlische slachtpartijen goed te begrijpen, maar of het uitgaanscentrum van Beiroet nu de aangewezen plek is om dergelijke foto’s op te hangen? Zo ga je niet gezellig uit.
Op de terugweg nog even door de twee andere uitgaansgebieden gereden: Gemayzeh en Monot. In beide plaatsen waren redelijk wat cafés en restaurants open (met name in Gemayzeh), maar druk was het er niet. Terwijl de normaal gesproken stapvoets moet rijden en vaak stilstaat, waren we nu zo ongeveer de enige passant.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home