Libanon Update

Google
 
Web libanon-update.blogspot.com

Overzicht van de gebeurtenissen in Libanon nadat Hezbollah twee Israëlische soldaten gevangen heeft genomen.

vrijdag, augustus 04, 2006

Zorgen om maar ook toenadering tot Iran

Door Michael Young
Daily Star
Donderdag 3 augustus 2006

Nu de oorlog in Libanon zich ontwikkelt in steeds bochtiger paden, zijn we op een punt aangekomen waar de uitkomst van het conflict niets lijkt op te leveren. In dit verband had de ontmoeting afgelopen maandag tussen de Franse minister van Buitenlandse Zaken Philip Douste-Blazy en zijn Iranese collega Manouchehr Mottak, tenminste nog het voordeel dat er een diplomatiek kanaal werd geopend dat nodig zal zijn voor een brede politieke oplossing.

Op het eerste gezicht lijkt niets te suggereren dat de regering van Bush een dergelijke opening verwelkomt, of dat Iran verantwoord om wil gaan met de chaos in Libanon. Het Israëlische offensief in Libanon is een poging van Amerika om Iran vleugellam te maken, terwijl Mottaki’s bedenkingen aangaande minister-president Fouad Siniora’s vredesplan de suggestie wekt dat Iran bereid is om moeilijkheden te maken en niet zullen aarzelen om Hezbollah’s reactie op het voorstel van de overheid, dat knorrig is geaccepteerd door de Hezbollah ministers, vorm te geven.

De situatie lijkt op die van april 1996, toen Israël de operatie “Grapes of Wrath” lanceerde in Libanon. Toen, net als nu, stelde de Amerikaanse diplomatie niet zoveel voor, en sinds de moordpartij in Qana lijkt de VS minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, te verward om een weg uit de toenemende puinhoop te vinden. Een decennium geleden tijdens de Grapes of Wrath hadden Amerika en Frankrijk afzonderlijke vredesplannen opgesteld. Na de Qana massamoord omarde de Syrische president Hafez Assad het Franse plan, wat bekend werd als het April Akkoord, en was voorgesteld door de minister van Buitenlandse Zaken Herve de Charette. Hiermee kwam de VS minister van Buitenlandse Zaken Christopher Warren in de kou te staan. De Amerikanen hadden graag harde voorwaarden willen afdwingen, maar ze namen te laat deel aan de onderhandelingen en waren teveel pro-Israël, hierdoor ruimte biedend aan Frankrijk om het gat op te vullen door een beter getimide en evenwichtiger interventie.

Dat is dan ook waarom het een vergissing zou zijn om contacten met Teheran te veronachtzamen, ondanks de nervositeit van Washington vandaag de dag. De Fransen bewijzen een waardevolle dienst, en mochten ze het alleen maar doen voor hun eigen doeleinden, dan kan Washington hieraan een voorbeeld nemen en het te gebruiken om te onderzoeken hoe een eigen communicatiekanaal op te zetten. De Verenigde Staten hebben met Iran samengewerkt in Afghanistan en hebben aangekondigd dat ook in Irak te zullen doen. Het zou onverstandig zijn om zo’n samenwerking af te wijzen in Libanon waar Iran’s invloed is beduidend groter dan Syrië, dat alarmerend genoeg door een groeiend aantal Amerikaanse columnisten en voormalige regeringsmedewerkers als sleutel wordt gezien om de impasse rondom Hezbollah te doorbreken.

De belangen van Iran zijn complex genoeg om iets van de gading voor Amerika te bevatten. Beide landen zijn elkaars competitie in Irak, maar hebben ook een gemeenschappelijk belang om daar een burgeroorlog te vermijden. De nucleaire kwestie is zich razendsnel aan het ontwikkelen in een confrontatie tussen Iran en de rest van de internationale gemeenschap, en terwijl de Verenigde Staten en haar partners niet precies weten wat de volgende stappen moeten zijn, is het niet de bedoeling van Iran om als globale paria te worden beschouwd. En, alle grootspraak ten spijt, Iran heeft niet als doelstelling om de voorzitter te zijn van de toenemende spanningen tussen soennieten en sjiieten in het Midden Oosten, waarbij Hezbollah’s overwinning of nederlaag de spanningen zal doen opvoeren.

Inderdaad, hoe zal het regime in Teheran reageren op de uitspraak van een Hezbollah vechter die deze recent maakte tegenover een correspondent van de Londense krant The Guardian? The echte strijd begint na afloop van deze oorlog. We zullen de rekeningen met Libanese politici moeten vereffenen. We hebben het beste veiligheidsapparaat en de beste inlichtingendienst en we kunnen elke opponent treffen. Laten we eerst afrekenen met Israël en later met de overigen”. Ergens zijn deze woorden, sprekend van burgeroorlog, het tegenovergestelde van wat Iran altijd heeft nagestreefd de afgelopen 20 jaar: Hezbollah een integraal onderdeel uit te laten maken van de Libanese maatschappij.

De Iraniërs moeten ook de zware gevolgen laten meewegen van Hezbollah’s ontvoering van twee Israëlische soldaten en de moord van drie op 12 juli. Ze zullen achter de partij en haar secretaris-generaal Sayyed Hassan Nasrallah staan, maar niet van harte. In de periode van drie weken, hebben Hezbollah’s acties Israël de gelegenheid gegeven om de Libanese sjiietische gemeenschap te vernietigen, het land ten minste 10 jaar terug in de tijd te zetten en economische verliezen te veroorzaken die op meer dan 2 miljard US dollar worden geschat. Ondanks de publieke steunbetuigingen verafschuwen de meeste niet-sjiieten de situatie die Hezbollah heeft gecreëerd en de Libanezen die zich niet afvragen of ze nog een toekomst in hun land hebben, zijn zeldzaam.

Meer in het bijzonder zal Hezbollah aan Iran moeten uitleggen wat er is gebeurd met de gerespecteerde afschrikkingkracht ingeval van een Amerikaanse of Israëlische aanval op de Iranese nucleaire centra. De partij heeft zijn raketten afgevuurd voor een, in Iranese optiek, zinloze onderneming. Kan Hezbollah zich voorstellen om nogmaals Israël te bombarderen in laten we zeggen de komende tien jaar of langer, gegeven de nieuwe trauma’s dit zal brengen voor de sjiieten? En wie zal betalen voor de herstelwerkzaamheden van sjiietische bezittingen en levens? Iran zal waarschijnlijk het grootste deel van de rekening betalen, ze moeten wel, maar dit zal niet zo eenvoudig te verkopen te zijn aan het Iranese volk als veel mensen denken.

Maar wellicht het krachtigste argument ten faveure van onderhandelingen met Iran is om hierdoor Syrië te vermijden. De Syrische belangen in Libanon zijn beperkt en bikkelhard: een terugkeer naar een vorm van overheersing over het land en door deze toegang naar regionale relevantie, een stopzetting van enigerlei deelname vanuit Libanon aan het onderzoek naar de moord op voormalig minister-president Rafik Hariri. Dat dit het Hezbollah probleem oplost is onwaarschijnlijk. Syrië heeft geen motivatie om dit te doen omdat dit haar verdere assistentie onnodig zal maken. Het was onder Syrisch toezicht dat Hezbollah een militaire macht werd en Damascus zal vast opnieuw proberen om de partij als een intimidatiemiddel te gebruiken tegen haar Libanese opponenten.

Een terugkeer van Syrië in Libanon is wellicht de voorkeur van Israël indien een internationale macht niet tot stand kan worden gebracht. Tussen 2000 en 2005, toen Syrië zich militair terugtrok uit Libanon, had Israël weinig zorgen aan haar noordgrens. Ze zullen wellicht denken dat als Hezbollah opnieuw een militaire bedreiging wordt, het eenduidiger is om Damascus als vergeldingsdoelwit te gebruiken. Waarom niet de voorspelbaarheid terugstoppen in de Libanese formule, welke werd verstoord door Libanon’s bevrijding vorig jaar. Israël wil graag dat Libanon een mislukte staat is, zoals Ghassan Tueni recent opmerkte in een televisie-interview. Een falende staat vraag om interventie en Syrië heeft zich hiervoor al aangeboden.

De Bush regering, evenals de Arabische en Europese landen zeggen dit niet te willen. Laten we hopen dat ze de waarheid spreken. Maar de sleutel is om Iran te overtuigen van het feit dat een dergelijke actie een ramp zou betekenen voor Hezbollah en voor henzelf omdat het alleen tot een uitbarsting van sektarisch geweld zal leiden. De Libanese consensus is momenteel gebroken. Alle praat over ‘het verzet’ verdoezelt dat het land op het punt van chaos is. Als een dialoog met Iran kan helpen om dit te voorkomen, dan is dat zeker de moeite van het proberen waard.