Libanon Update

Google
 
Web libanon-update.blogspot.com

Overzicht van de gebeurtenissen in Libanon nadat Hezbollah twee Israëlische soldaten gevangen heeft genomen.

maandag, september 18, 2006

...maar politiek is niet alles

Het is een paar dagen later geworden dan beloofd. Ik kreeg vrijdagmiddag een e-mail vanuit Dubai of ik een offerte kon opstellen, deadline maandagochtend. Libanon is het enige land in de Arabische wereld dat het weekend op zaterdag/zondag heeft, andere landen hebben donderdag/vrijdag of vrijdag/zaterdag weekend. Dus het komt nogal eens voor dat je in het weekend moet werken.

Overigens, de titel van dit stukje en het vorige artikel is een titel van een boek van theoloog H.M. Kuitert die voorstander is van een volledige scheiding tussen politiek en religie. Dit concept, hoe mooi ook, is zo goed als onbekend in de Arabische wereld.

Maar goed, het politieke landschap dus. Eerder werd al opgemerkt dat de politieke situatie in Libanon vreemd moet overkomen op buitenstaanders: de regeringspartijen zijn tegen de president, het hoofd van de regering. De oppositiepartijen zijn juist wel voor de president. En om het helemaal fraai te maken hebben we nog Hezbollah die deelneemt aan de regering, maar steeds vaker de regering oproept dat zij moet aftreden.

Het laatste is een schoolvoorbeeld van hoe politieke dualiteit vorm kan krijgen. Kom daar maar eens om in Nederland waarbij kamerleden hun ministers feitelijk dwingen tot aftreden, zie recent nog het voorbeeld met D66. Maar het maakt de Libanese situatie er niet helderder op.

Om inzicht te krijgen in het hoe en wat in politiek Libanon, is het handig om een overkoepelend thema te kiezen, zeg maar een leidmotief om vanuit deze invalshoek de recente situatie in Libanon te duiden. Zoals altijd met het beschrijven van geschiedenis, is er een ruime keus voor handen. Bijvoorbeeld de relatie tussen soennieten en sjiieten, de afbrokkelende positie van de christenen, of de geopolitieke situatie in het Midden-Oosten, enzovoort. Vele mogelijkheden, derhalve.

In dit kleine betoog zal ik Libanon bezien door het prisma van de relatie tussen Libanon en Syrië. Niet omdat dit per se de beste beschrijving zal opleveren, maar eerder gedwongen door mijn geringe kennis van zaken. Ik probeer uiteraard zo neutraal mogelijk te zijn, maar ik ben geen journalist of anderszins een professional voor het brengen van nieuws. Bij voorbaat derhalve mijn excuses voor fouten en onjuistheden die ongetwijfeld aanwezig zullen zijn.

Om het huidige politieke krachtenveld beter te begrijpen moeten we terug in de tijd en wel naar najaar 2004, het jaar waarin de ambtstermijn van president Emile Lahoud afliep en een opvolger moest worden gekozen door het parlement. De maanden voorafgaand aan het verstrijken van zijn termijn werd er druk gemanoeuvreerd door de potentiële kandidaten voor het presidentschap. In Libanon moet de president per definitie een maroniet zijn en dat betekent weer dat het hoofd van de maronitische kerk in Libanon een grote invloed heeft over wie Lahoud zou moeten opvolgen. De scheiding tussen kerk en staat is zo goed als afwezig in Libanon. Het is altijd interessant om te zien hoe de politici op audiëntie gaan bij de diverse religieuze leiders.

Over één zaak waren de meeste maronieten het wel eens: de nieuwe president zou zich onafhankelijker moeten opstellen tegenover buurland Syrië. In het bijzonder de geestelijke leider van de maronieten, patriarch Sfeir, heeft zich altijd fel verzet tegen de dominantie van Syrië. Sinds 1976 waren er Syrische troepen in Libanon en ze hebben in bijna 30 jaar ruime mogelijkheden gekregen om de feitelijke macht over te nemen. Veel Libanezen voelden dat ze slechts een Syrische provincie waren omdat alle belangrijke besluiten pas konden worden genomen na instemming vanuit Damascus. Lahoud werd door velen gezien als een zetbaas van het Syrische regime en een minder slaafse houding was zeer gewenst, aldus de inner circles van de maronitische gemeenschap.

Toen bleek dat Syrië van plan was om het mandaat van Lahoud te verlengen, waren velen dan ook zeer verontrust. Niet alleen de maronieten overigens. Ook de soennieten waren in alle staten. De premier van Libanon dient een soenniet te zijn en de post werd indertijd bezet door Rafiq Hariri. Deze soennitische zakenman heeft vrijwel eigenhandig Libanon weer opgebouwd vanuit de puinhopen veroorzaakt door de Libanese burgeroorlog die duurde van 1975 tot 1990. Echter, tussen Hariri en Lahoud boterde het niet en Hariri keek reikhalzend uit naar het moment dat Lahoud van het politieke toneel zou verdwijnen.

Het initiatief van Syrië viel derhalve niet goed bij zowel de maronieten als de soennieten. Ook de Druzen gemeenschap onder leiding van Walid Jumblatt was tegen de verlenging van Lahoud, mede omdat de vader van Walid Jumblatt, Kamal Jumblatt, tijdens de burgeroorlog is vermoord, waarschijnlijk op instigatie van Syrië. Vandaar dat Jumblatt Junior het niet zo had op de Syriërs. Hezbollah was zo ongeveer de enige groepering die voor de verlenging van Lahoud was aangezien men altijd veel steun kreeg vanuit Syrië en men Lahoud wel zag zitten: hij was een president die ondanks zijn christelijke afkomst, zich pro-Arabisch opstelde.

De kwestie van de verlenging van de presidentiële ambtstermijn kreeg internationaal de aandacht en dit leidde tot een resolutie van de Verenigde Naties waarin werd opgeroepen om de democratische spelregels na te leven en niet ad-hoc wetgeving te creëren om de verlenging mogelijk te maken. Hiervoor was namelijk een aanpassing van de grondwet nodig en de VN ziet liever niet presidenten die grondwetten aan de kant schuiven op het moment dat de macht hen goed smaakt.

Nu ja, geen probleem zou je zeggen: met zoveel tegenstand in Libanon tegen de verlenging zal het wetsvoorstel om de grondwet aan te passen er nooit doorheen komen. Maar nee, niets is wat het lijkt en ondanks heftige bezwaren vooraf van vele politici stemden de meesten toch braaf voor de verlenging. Alleen Jumblatt en enkele onafhankelijke christelijke kamerleden stemden tegen. De overigen, waaronder ook de partij van Rafiq Hariri, hadden niet de moed om tegen de wil van Syrië in te gaan. Het geeft aan hoe sterk de greep van Syrië indertijd was op Libanon. Opvallend was wel dat Hariri kort daarop besloot om zijn positie op te geven (of, al naar gelang je politieke voorkeuren, daartoe werd gedwongen door de president die hem ontsloeg) ten faveure van Omar Karami, een pro-Syrische politicus

Toch, ondanks de verlenging van Lahoud was de geest uit de fles. Met uitzondering van de sjiieten, raakten de meeste Libanezen er steeds meer van overtuigd dat het de hoogste tijd was dat Syrië na bijna 30 jaar het land moest verlaten. Men had het wel gehad met de vele checkpoints waar ze onbeschoft werden behandeld door Syrische soldaten en het feit alleen al dat een buitenlandse soldaat kan bepalen of je wel of niet mag doorrijden, werd ineens teveel. Voorheen berustte men in de situatie die schijnbaar onveranderbaar was. Nu had men plotsklaps het gevoel dat het wel degelijk mogelijk was om de Syrische aanwezigheid (bezetters in de ogen van velen) te beëindigen of althans te verminderen.

Het was erg interessant om deze omslag mee te maken. Misschien is het wel te vergelijken met de val van de Muur toen ook ineens vele Oost-Duitsers zich afkeerden van het regime dat ze tot aan dat moment juist hartstochtelijk hadden ondersteund. In Libanon was het een langzaam maar onafwendbaar proces: voorheen werd nauwelijks over politiek gepraat, tenzij in het gezelschap van vrienden en familie die dezelfde mening hadden, maar ineens werd er meer openlijk over politiek gepraat.

Ruwweg ontstonden er twee kampen: een kamp dat voor het vertrek van Syrië was bestaande uit christenen, soennieten en Druzen; en een kamp dat geen bezwaren had tegen Syrische aanwezigheid in Libanon, bestaande uit met name de sjiieten aangevuld met enkele individuele christenen en moslims. De situatie in het land werd verder op scherp gezet door een mislukte bomaanslag in november 2004 op de Druzen minister Marwan Hamade, de tweede man in de Druzen gemeenschap na Druzenleider Walid Jumblatt, een uitgesproken tegenstander van de Syrische aanwezigheid.

In het voorjaar 2005 waren landelijke verkiezingen gepland en in de aanloop daar naar toe spraken met name de anti-Syrië kandidaten zich fel uit tegen Syrië en tegen de president Lahoud. De emoties die toch al gespannen waren, werden nog verder aangewakkerd door de nodige verkiezingsretoriek. De pro-Syrië kandidaten lieten zich ook niet onbetuigd en beschuldigden hun opponenten van heulen met aartsvijand Amerika of zelfs met Israël.

Een dieptepunt werd bereikt op 14 februari 2005 toen ex-premier Rafiq Hariri bij een bomaanslag om het leven kwam samen met meer dan 20 anderen. Hoewel er geen bewijzen waren, wezen de meeste Libanezen naar Syrië als dader van deze moord. De begrafenis was massaal en het viel vele waarnemers op dat ook vele christenen en Druzen meeliepen in de stoet.

Wellicht dat dit ook voor een deel de motivatie was voor de moord. Hariri was, in aanloop naar de verkiezingen, bezig om een sterke coalitie te vormen van soennieten, christenen en Druzen. Dit werd als bedreigend ervaren door het Syrische regime dat het moest hebben van een verdeel-en-heers politiek. Door vrijwel alle politieke analisten werd hem een grote overwinning voorspeld en hoewel hij zich altijd loyaal heeft betuigd aan Syrië, waren er toch twijfels gerezen over zijn huidige houding. Met name het opgeven van zijn positie na het verlengen van de presidentstermijn, kon gemakkelijk als een koersverandering worden opgevat.

Hoe het ook zij, de moord op Hariri leidde tot een permanente demonstratie op het Plein van de Martelaren in het centrum van Beiroet, vlakbij het parlementsgebouw. De demonstranten bestonden uit een opmerkelijke mix van alle religies en stromingen die door de tragedie waren verenigd. Onderlinge verschillen werden opzij gezet onder de slogan dat men de Waarheid (Arabisch: haqiqa) wilde weten. Een ongekende verbroedering vond plaats in de tenten op het Plein. Druzen zaten tot diep in de nacht te discussiëren met voormalige aartsvijand de christenen terwijl soennieten om tafel zaten met Hezbollah aanhangers. Men richtte een permanent kampement zodat het een echte 24/7 demonstratie werd. [amusant detail: er werd een kampwacht ingesteld die erop moest toezien dat men gescheiden sliep. Ook alcohol werd verboden. Dit om geruchten te voorkomen dat het kamp ruimte bood aan allerlei uitspattingen]

Het werd spannend toen president Lahoud de demonstranten na een week of twee opriep om het kampement af te breken. De oproep kwam op zondagmiddag en hield in dat voor maandagochtend 6 uur het kampement weg moest zijn; anders zou het leger ingrijpen. In reactie daarop verschenen parlementsleden voor de televisie om iedereen op te roepen juist nú naar het Plein van de Martelaren te gaan om zoveel mogelijk mensen bij elkaar te krijgen. Als inspiratiebron gold onder meer de Oranjerevolutie in de Oekraïne die recentelijk was afgelopen waarbij de burgers middels demonstraties voor elkaar hadden gekregen dat de president moest opstappen. Men hoopte dit succes te kunnen herhalen.

Maar ook sombere vergelijkingen werden gemaakt, namelijk die met het Plein van de Hemelse Vrede, waarbij het Chinese leger voor het oog van de wereld op gewelddadige wijze een vreedzaam protest neersloeg. De geschiedenis zou zich toch niet herhalen in Beiroet?

De oproep van de politici had een groot effect: de hele avond stroomden mensen naar het Plein toe, er was live muziek, voedsel en water werden gratis uitgedeeld, kortom de sfeer was goed.

De demonstratie werd live uitgezonden op diverse Libanese TV stations. Ook CNN en de BBC waren aanwezig met een camera. Mocht China zich herhalen, dan opnieuw voor het oog van de wereld. De Libanese stations begonnen in de loop van zondagmiddag met uitzenden en hielden dat de hele nacht vol tot de volgende avond: meer dan 30 uur live uitzending vanuit één plek, dat zou wel eens een record kunnen zijn.

De volgende middag (maandag) was een parlementssessie gepland waarin de demonstratie zou worden besproken. Deze sessie werd ook live uitgezonden op TV, waardoor je op de ene helft van je scherm een politicus zag en op de andere helft de reacties van de demonstranten: applaus voor de medestanders en oorstriemend gefluit voor de tegenstanders. Wegens de nabijheid van het parlementsgebouw konden de politici direct de reacties op hun woorden horen.

Aan het einde van een lange sessie, nam premier Omar Karami het woord. Op een onverhoeds moment in zijn rede, die tot dan toe rustig voortkabbelde, zei hij dat hij zijn positie ter beschikking stelde aan de president…even was het stil op het Plein en toen een oorverdovend gejuich. Voor het eerst in de recente geschiedenis van de Arabische wereld werd een politiek leider van een land tot aftreden gedwongen onder vreedzame druk van de straat: de Cederrevolutie was een feit.

Er brak een periode van euforie aan waarbij Libanezen het gevoel kregen dat er daadwerkelijk veranderingen aan zaten te komen: De pro-Syrische premier Karami was weg, nu nog het Syrische leger. Ook wilde men allerlei politieke veranderingen doorvoeren, een einde maken aan de corruptie en de bezem halen door de staatsinstituties. Toch, ondanks al het optimisme onder de demonstranten, was het gewone volk voorzichtiger. Het was opvallend hoe rustig de straten waren in deze periode. Natuurlijk, zowel de begrafenis van Hariri van twee weken eerder als de demonstraties op het Plein van de Martelaren werden goed bezocht. Maar meer nog dan dat viel het op dat veel mensen negatief waren over de toekomst: Syrië zou toch nooit weggaan en men was bang dat de situatie elk moment kon exploderen.

Vandaar de lege straten ’s avonds doordat mensen thuisbleven om de hele avond het laatste nieuws te volgen. Ook dat was opvallend: de Libanese TV is meestal erg goed in stompzinnige shows met veel dans en muziek, maar in die periode blonk men uit in politieke praatprogramma’s die avond aan avond werden uitgezonden. Natuurlijk, men vertoonde geen amusement net na de moord op Hariri, maar het was indrukwekkend om te zien hoe serieus de Libanezen ook kunnen zijn.

In mijn herinnering is deze hele periode erg chaotisch verlopen. Elke dag was er meer nieuws waardoor de wereld van de Libanezen voor de zoveelste keer op de kop stond. Zo kwam er ineens het gerucht dat de Syriërs zouden vertrekken. Was het waar, was het een zoveelste gerucht? Later kwam er een vervolggerucht dat de Syrische president Assad een toespraak zou geven in het Syrische parlement om te bevestigen dat de troepen zich zouden terugtrekken.

“Eerst zien, dan geloven”, was de reacties van vele Libanezen en dus zat iedereen voor de buis gekluisterd toen Assad zijn speech gaf. En jawel: de Syrische troepen zouden binnenkort vertrekken. Voorspelbare reacties onder de Libanezen die ervan uitgingen dat “binnenkort” wel eens een lange tijd zou kunnen beslaan. Maar nee, tot ieders verbazing verlieten de Syrische soldaten Libanon in een zeer snel tempo.

Op 8 maart 2005, nauwelijks een maand na de moord op Hariri, organiseerde Hezbollah een Goodbye Party om het buurland te bedanken voor alle inzet en offers die men had gebracht voor de vrede in Libanon. De opkomst werd geschat op een half miljoen mensen. Reken het uit op een totale bevolking van 4 miljoen en het was duidelijk dat dit een zeer grote demonstratie was. Naar Nederlandse begrippen zouden dit meer dan 2 miljoen (!) mensen op het Malieveld zijn.

De geïsoleerde positie die Hezbollah innam in het politieke landschap van Libanon werd door de demonstratie versterkt omdat vrijwel alleen sjiieten aanwezig waren en omdat de meeste Libanezen geen behoefte hadden om de Syrische troepen te bedanken voor bewezen diensten. Integendeel, men was blij dat ze weg waren. Toch werd voor velen duidelijk dat Hezbollah een politieke partij was om serieus rekening mee te houden, mede gezien de aanstaande verkiezingen.

In reactie hierop organiseerden de overige politieke partijen een tegendemonstratie een week later: op 14 maart 2006 verzamelden zich ruim een miljoen mensen in het centrum van Beiroet. In Nederlandse begrippen: vind maar eens een veld waarop je 4 miljoen mensen kwijt kunt! Het schijnt de grootste demonstratie ooit te zijn in de (Arabische) wereld met meer dan een kwart van de bevolking die deelnam.

Wat bijdroeg aan het gevoel van Power to the People was dat het leger was ingezet om de demonstratie tegen te houden. Maar gezien de overweldigende massa, gaf de opperbevelhebber zijn troepen orders om de menigte niet te hinderen. Dit gaf verbluffende beelden te zien, alles uiteraard live in de huiskamers gebracht . Zo zag je soldaten bij een wegversperring het prikkeldraad omhoog houden om de mensen door te laten. Of je zag ze een alternatieve route wijzen. Het droeg bij aan de verdere ondermijning van het gezag van de president. Het waren immers zijn orders die zo openlijk werden genegeerd.

Na afloop van de demonstratie was de Libanese politiek twee begrippen rijker: De 8-Maart Beweging (pro-Syrië) en de 14-Maart Beweging (anti-Syrië). Van de eenheid die zo hartstochtelijk werd beleden in het kampement amper een paar weken geleden was helaas al niets meer over.

Tot zover het eerste deel van de recente geschiedenis van Libanon. Vanavond vertrek ik naar Damascus voor werk en ben donderdag weer terug. Hopelijk komt het vervolg op donderdag of vrijdag, anders even meer geduld tot na het weekend.

2 Comments:

Blogger christinA eijkhout schreef...

Dank je voor de duidelijke uitleg.

18 september, 2006 22:46  
Anonymous Anoniem schreef...

Ook mijn dank voor het heldere verhaal. Ik was zelf in juni jl. voor het eerst in Libanon (vriendenbezoek) en had toen helaas dit duidelijke verhaal nog niet kunnen vernemen. Ik weet nu veel meer voor een volgende keer.
Ook ik kijk uit naar het vervolg.

19 september, 2006 00:29  

Een reactie posten

<< Home