Woordenstrijd intensiveert
Het afgelopen weekend gaf Michel Aoun, een mogelijk presidentskandidaat een interview waarin hij zei dat Libanon geen toekomst heeft zolang de huidige premier, Fouad Siniora “bestaat”. Hij bedoelde wellicht te zeggen “zolang Siniora in functie is”, maar de gekozen woorden waren keihard en onomwonden: Siniora moest maar niet langer bestaan, dat zou beter zijn voor Libanon. Dit leek haast een oproep tot moord.
Uiteraard felle reacties van de regeringskant dat kandidaat president Aoun alle perken te buiten ging, een beetje te vergelijken met de uitspraak van Geert Wilders over de tsunami van moslimimmigranten die Nederland zouden bedreigen. In Nederland plaats je je met dergelijke uitspraken al snel buiten de discussie, maar hier in Libanon is dat helaas minder het geval.
Gisteren deed de huidige president Lahoud nog een duit in het zakje door de zoon van de vermoorde Rafiq Hariri als een onbekwaam groentje te bestempelen. Ook vond hij dat de regering maar beter de eer aan zich zelf zou moeten houden en af zou moeten treden. Als opvolger zou dan een eenheidsregering moeten komen, breed samengesteld uit de divers politieke partijen, waarbij met name Hezbollah en Aoun’s partij meer invloed zouden moeten krijgen. Opvallend citaat van Lahoud’s interview was dat hij er van uit gaat dat deze eenheidsregering “álle problemen van Libanon moest oplossen”. Hoe naïef kan je zijn, denk je dan, maar deze citaten worden rustig zonder verder commentaar in kranten geplaatst.
De regering kaatste daarop de bal direct terug en stelde dat Lahoud dan maar het goede voorbeeld moest geven voor wat het aftreden betreft. Tevens sprak men het vermoeden uit dat Lahoud c.s. uit is op de vertraging dan wel het afblazen van het internationale gerechtshof dat in voorbereiding is voor de moord op Rafiq Hariri vorig jaar. Mochten Hezbollah en Aoun meer invloed krijgen, zo wordt gevreesd, dan zouden zij wel eens het VN tribunaal kunnen frustreren.
Al met al een vreemde situatie: de president roept de regering op tot aftreden en de regering vraagt de president om op te stappen.
Als het bij woorden blijft is er niet zo heel veel aan de hand. Maar er gaan al stemmen op om de discussie naar “de straat” te verplaatsen. Zo riep voormalig premier Omar Karami op tot massademonstraties om zodoende de regering te dwingen af te treden. Langs democratische weg zal dit niet lukken gezien de grote parlementaire steun voor de regering, dus laat de straat dan maar spreken.
Het lijkt een herhaling van de geschiedenis. Immers, het was deze Karami die destijds onder druk van dezelfde straat moest aftreden. Hij is derhalve een ervaringsdeskundige ten aanzien van de macht van de straat. Nu klinkt dat wat cynisch, maar hij heeft wel goed door hoe groot deze macht is. Als er indertijd massale demonstraties op gang gaan komen, is het maar zeer de vraag of de overheid sterk genoeg is om aan de macht te blijven.
1 Comments:
Oh, ik hoop zo dat ze het niet naar 'de straat' verplaatsen! Want dan zijn er nog zoveel 'hulpmiddelen' anders dan spandoeken te gebruiken, en dat is al vaker misgegaan in Libanon, nietwaar...
Een reactie posten
<< Home