Libanon Update

Google
 
Web libanon-update.blogspot.com

Overzicht van de gebeurtenissen in Libanon nadat Hezbollah twee Israëlische soldaten gevangen heeft genomen.

maandag, oktober 30, 2006

Nationale Dialoog nog even uitgesteld

De oproep van Nabih Berri om vandaag de Nationale Dialoog te hervatten, heeft weinig weerklank gevonden. Er is derhalve besloten om het een week uit te stellen. De hervatting staat nu gepland voor maandag 6 november aanstaande.

De officiële reden is dat drie vooraanstaande politici, soennietenleider Saad Hariri, druzenleider Walid Jumblatt en voormalig president Amin Gemayel (christelijk) in het buitenland verkeren en men niet zonder hen wil beginnen. Berri wil, begrijpelijk, geen Ronde Tafel gesprekken voeren met plaatsvervangers want dat zou ook maar vertragen omdat deze geen beslissingen mogen nemen.

Onofficieel echter staan de pro-regeringspartijen niet te springen om deel te nemen aan een conferentie met als agendapunt het aftreden van de regering. Ook wel goed te begrijpen. Men dringt aan op het aanpassen van de agenda. Die bevat nu twee punten: het vormen van een regering van nationale eenheid (lees: meer invloed voor Hezbollah en toevoeging van Michel Aoun aan het kabinet) en het herzien van de verkiezingswet.

De pro-regeringspartijen hebben aan Berri gevraagd om ook de ontwapening van Hezbollah en het aftreden van president Lahoud aan de agenda toe te voegen, maar Berri heeft gezegd dat dit onmogelijk is. Wel kan men alles ter tafel brengen wat men wil....Tja, het nut van de agenda wordt daarmee danig ingeperkt, maar toch kan diezelfde agenda niet worden aangepast.

Hezbollah heeft inmiddels de retoriek opgevoerd en de pro-regeringspartijen omschreven als 'duivels'. Ook hebben Hezbollah en Michel Aoun een ultimatum gesteld van één week: als er volgende week opnieuw wordt uitgesteld dan is de maat vol. Wat ze dan zullen doen is nog niet aangekondigd, maar Hezbollah merkte gisteren dreigend op dat de regering bang is voor de woede van de straat. Oftewel, men zal waarschijnlijk oproepen tot massa-demonstraties om zodoende de regering weg te krijgen.

De geestelijk leider van de Maronieten (Christenen) heeft zijn zorgen uitgesproken dat sommigen in het land niet van vrede willen weten, maar juist Syrië weer terug wil hebben. Ook andere politieke en geestelijke leiders hebben hun zorgen uitgesproken. Men is over het algemeen somber en bezorgd. Wat als er volgende week opnieuw niet wordt begonnen? Zal het dan toch waar zijn dat de tweede ronde van de oorlog niet tegen Israël, maar tegen eigen landgenoten is? Het beste is maar dat men gewoon begint met de hervatting van de Nationale Dialoog, maar dan met één agendapunt: Wat Verder Ter Tafel Komt. Genoeg stof om over te praten voor de heren politici.

zaterdag, oktober 28, 2006

Michel Aoun: ’t Can Verkeeren

“Het kan verkeren, de dingen blijven niet zoals ze zijn”…een mooie uitdrukking en daar had onze Bredero wel gelijk in. Zo ook in Libanon waar Michel Aoun gisteren als pro-Syrisch werd aangeduid door een Amerikaanse woordvoerder van Buitenlandse Zaken.

Pro-Syrisch, Aoun? Was Aoun juist niet degene die een “Bevrijdingsoorlog” was begonnen tegen Syrië in 1989 en daardoor het imago had gekregen van zo anti-Syrisch als het maar zijn kon? Juist, hij dus.

De reden hiervoor is dat Aoun politiek zeer dicht bij Hezbollah staat en zich (wellicht) daardoor stelselmatig vriendelijk uitlaat over zowel Syrië als over de Libanese president Lahoud die door velen als een zetbaas van Syrië wordt gezien.

Veel Libanezen, met name de christenen, zijn door Aoun’s koersverandering in hem teleurgesteld. Toen Aoun vorig jaar terug kwam, waren de meeste Libanezen erg opgelucht over het vertrek van de 30.000 Syrische soldaten uit Libanon elf dagen eerder en men had gehoopt dat Aoun zou delen in hun blijdschap.

Ook vonden velen dat Lahoud moest aftreden omdat deze als zwak en pro-Syrisch werd gezien. Men dacht dat Aoun bij zijn terugkomst ook zou oproepen tot Lahoud’s vertrek. Had Aoun niet immers altijd gezegd dat de president van Libanon een krachtig persoon moest zijn en bovenal pro-Libanon?

Tenslotte hoopten velen dat met de terugkeer van ijzervreter Aoun (de voormalige opperbevelhebber van het Libanese leger) er wellicht een begin kon worden gemaakt met de ontwapening van Hezbollah. Men herinnerde zich nog zeer goed hoe Aoun indertijd had afgerekend met een andere militie, de Lebanese Forces. Hopelijk zou Aoun hetzelfde kunstje nog eens flikken, maar dan richting Hezbollah.

Niets was echter minder waar. Aoun was zeer verzoenend tegenover Syrië en was tegen het vertrek van Lahoud. Daarenboven sloot hij een strategisch pact met Hezbollah en was Aoun voorstander van het behouden van Hezbollah’s wapens.

De trouwe kern van Aoun supporters maakt dit allemaal niets uit: hij is en blijft hun Generaal. Maar onder de mensen die minder fanatiek zijn, brokkelt de steun steeds meer af. Van een recht-door-zee generaal lijkt hij voor velen te zijn veranderd in een opportunistische politicus die in de cynische strijd om de macht zijn principes verloochent. Van een politicus mag enige flexibiliteit worden verwacht, maar als men 180 graden van koers verandert, raken de volgelingen het spoor bijster.

Toch is hij in sommige kringen nog steeds erg populair. Zo hebben studenten die pro Aoun zijn de verkiezingen voor studentvertegenwoordigers gewonnen in de christelijke universiteit USJ (Université Saint Joseph). Maar of hij nog steeds kanshebber is voor het presidentschap lijkt onwaarschijnlijk. Daarvoor is hij toch te omstreden en niet verzoenend genoeg, iets waar Libanon juist nu grote behoefte aan heeft.

donderdag, oktober 26, 2006

De zak van Nabih Berri

Gisteren heeft de voorzitter van het Libanese parlement, Nabih Berri, zijn verrassing onthuld: het voorzetten van de Nationale Dialoog die begin dit jaar van start ging maar ruw werd onderbroken door de Juli Oorlog. In een periode van maximaal 15 dagen non-stop vergaderen moeten twee zaken worden besproken: het vormen van een nationale regering en het opstellen van een nieuwe verkiezingswet. Dit zou aanstaande maandag moeten beginnen.

Tja, niet echt schokkend, zeker niet gezien alle geheimzinnigheid die eraan vooraf was gegaan. Men had meer verwacht. Ook al omdat de kern van de zaak, Hezbollah’s wapens, niet op de agenda staan.

Verder, zo wordt opgemerkt, is het opvallend dat Berri zo’n haast schijnt te hebben en de verrassing zo laat mogelijk naar buiten bracht. Het was immers al een week bekend dat hij een aankondiging zou doen. In combinatie met de startdatum van 30 oktober lijkt het erop alsof hij de andere politici geen kans heeft willen geven om met bezwaren te komen en ze als het ware heeft willen overdonderen. Op zich is dat wel te begrijpen omdat de twee onderwerpen duidelijk pro-Syrisch zijn. Zo is het vormen van een nationale regering politiek jargon voor het toevoegen van pro-Syrische politici aan de regering, zoals Hezbollah en, hoe vreemd ook, Michel Aoun. Daarnaast is de oproep om te komen tot een nieuwe verkiezingswet een poging tot het vergroten van de invloed van de pro-Syrische oppositie.

Of Berri’s strategie lukt valt te bezien. Tot nu toe heeft alleen premier Siniora het voorstel om bijeen te komen geaccepteerd, maar daarbij wel gezegd dat de agenda moet worden uitgebreid met punten uit de vorige overlegronden. Hij wil het juist hebben over de implementatie van eerder genomen besluiten, zoals het opzetten van diplomatieke relaties met Syrië, het afbakenen van de grenzen en de status van de Shebaa boerderijen. Deze besluiten zijn al genomen door hetzelfde overlegorgaan en moeten nu worden geïmplementeerd.

Andere politici zijn voorzichtiger en willen eerst overleg plegen met de achterban voordat ze besluiten tot deelname. Daarbij speelt in het achterhoofd dat de Nationale Dialoog enerzijds ondemocratisch is want het vindt plaats buiten het parlement en anderzijds dat de besprekingen volop gaande waren toen plotsklaps de Juli Oorlog uitbrak. Wat, zo vraagt men zich af, is het praktisch nut van het praten over nationale verzoening met partijen die vervolgens achter je rug om, Libanon in de afgrond storten.

Opvallend was gisteren de vraag van een journalist aan Berri of hij wellicht door externe partijen (lees: Syrië) is gedwongen tot dit besluit. In plaats van te ontkennen antwoordde hij dat de journalist dit maar het beste kon vragen aan de ‘externe partijen’. De geruchten dat Berri tot de orde werd geroepen door Syrië en werd gedwongen tot het organiseren van een Nationale Dialoog met slechts twee onderwerpen die pro-Syrisch zijn, werden verder gevoed door de verwijdering die de afgelopen twee weken plaats heeft gevonden tussen Berri en Hezbollah. Dat Berri juist nu tot deze oproep komt, kan daarmee te maken hebben.

Wat ook opvallend was in Berri’s aankondiging was het rampscenario dat hij schetste. Als er nu niet tot een Nationale Dialoog zou worden gekomen, dan kon het wel eens slecht aflopen met de eenheid van Libanon. Tussen nu en een maand staat er veel op het spel en het is van het hoogste belang dat de deelnemers aan de Nationale Dialoog binnen de termijn van 15 dagen tot overeenstemming komen, zo klonk het dreigend. Dit voedde nog meer de geruchten als dat Syrië achter de oproep zat en wellicht ook een dreigement plus bijhorende deadline heeft uitgesproken. Mocht er geen overeenstemming worden bereikt, dan zal de oppositie via straatprotesten proberen om de regering weg te krijgen, zo klinkt het in de wandelgangen.

Opnieuw een bomaanslag

Gisteren was het weer raak: opnieuw een bomaanslag. Gelukkig geen doden of gewonden en zelfs geen materiële schade. Wat zorgen baart is de plaats van de bom: vlak naast de ambassade van Saoedi-Arabië en ook naast het huis van Adi Hariri, een zoon van de vermoorde premier Rafiq Hariri.

Meestal worden dergelijke bomaanslagen automatisch toegeschreven aan Syrië, maar in dit geval zou het ook best eens een tak van Al Qaida kunnen zijn. Welcome to the party… Tot nu toe zijn dergelijke groeperingen vrij rustig geweest, het valt te hopen dat dat zo blijft.

Hou van hout

De afgelopen twee dagen waren vrij vanwege het einde van Ramadan. In Nederland heet dat het Suikerfeest, hier is dat het Eid el Fitr (spreek uit: A-ied el foeter). Dat is één van de belangrijkste religieuze feestdagen in de moslimwereld. Voor de witte Nederlanders: Wens je Arabische snackbar-eigenaar een A-ied el foeter moebarak en je krijgt geheid een gratis patat:-)

We hebben zelf de feestdagen gebruikt om ons berghuis helemaal winterklaar te maken. Normaal gesproken gebruiken we het huis niet in de winter. Het zou op zich prima kunnen, maar het probleem is het warm stoken: tegen de tijd dat het weekend over is, komt het huis net een beetje op temperatuur. En ’s winters kan het er flink koud zijn. Ook ligt er regelmatig een flink pak sneeuw (een meter of meer), dus dan zijn de wegen slecht begaanbaar.

Over warm stoken, gesproken. De bewoners van het dorp die er het hele jaar door wonen, waren ook druk bezig om zich voor te bereiden op de winter. Overal zag je mensen met aanhangers vol kaphout. Jawel, men stookt hier nog gewoon op hout. Lekker goedkoop en wel zo gezond zegt men: oliekachels schijnen erg ongezond te zijn terwijl hout een natuurproduct is…en nee, dan moet je niet gaan uitleggen dat olie toch ook echt een natuurlijk product is en dat het verstoken van hout toch ook niet bepaald goed is voor de luchtwegen.

Voor een Nederlander zoals ik die alleen hout gewend is in de openhaard (ja, gezellig, een zakje hout gekocht bij de Appie Happie, wat marsh-mellows erbij, glaasje rode wijn!) is het altijd weer bevreemdend om mensen te zien die daadwerkelijk hout gebruiken voor koken en warmte. Het gemiddelde huis van de lagere sociale klassen heeft één kamer waarin de houtkachel staat. Dit is dan tevens het fornuis en ook leeft en slaapt men meestal in deze kamer. De overige kamers van het huis worden eigenlijk niet gebruikt want te koud. Ik moet er niet aan denken om met de hele familie dicht op elkaar in één kamer annex woonkamer annex keuken te moeten leven, maar velen in de bergen hebben nu éénmaal geen andere keus.

Het voedsel dat men weet te bereiden op de houtkachel smaakt overigens uitstekend. Het is haast te vergelijken met een soort van back-to-basisc steengrillen: het voedsel wordt direct op de bovenkant van de kachel gelegd op een daartoe bestemde steen. Zo krijg je de heerlijkste aardappels: in schijven gesneden en dan gegrild. Ander voedsel, zoals groente, gaat gewoon in een pan met water en wordt op een andere plaats op de kachel gezet. De kachel, moet je weten, heeft een aantal uitsparingen voor ketels en pannen. Het vlees wordt soms ook gesteengrilled, maar meestal gewoon in de koekenpan bereidt.

In eerste instantie ziet het er wat smerig uit: je vlees en je aardappels direct op de kachel te zien liggen. Maar ja, iedereen doet het zo en het zal dus wel goed zijn. Bacteriën zullen ook wel niet meer leven gezien de hoge temperaturen: het sist overal en de aardappels zijn in een paar minuten gaar. Je voelt je weer helemaal een padvinder als je dit meemaakt, maar toch, om dit elke dag te moeten doen…Andersom was men weer verbaast toen ik vertelde dat je in Nederland openhaardhout kunt kopen in de supermarkt, keurig netjes verpakt in zakjes van 5 kilo. “Jammer”, zo klonk het, “dat de Europeanen zo ver van de natuur af staan”, waarop iedereen, inclusief ik, instemmend knikte.

vrijdag, oktober 20, 2006

Het geluk, naar men zegt, lijkt mooier dan het is

In de strijd tussen Hezbollah en de regering om de ‘hearts and minds’ van de sjiietische gemeenschap in Libanon heeft de regering de inzet verhoogd. Eerst bood Hezbollah 12 duizend dollar voor het herstel van kapotgeschoten huizen, nu heeft de regering 53 duizend dollar in het vooruitzicht gesteld aan iedereen die hun huis heeft verloren. De regering probeert hiermee kritiek te pareren dat ze niet in staat zou zijn om voor haar eigen bevolking te zorgen.

Dat klinkt mooi, maar ja, de titel van dit stukje (afkomstig van popgroep The Scene) staat er niet voor niets. Er zit namelijk een aantal adders onder het gras. Zo betreft de doelgroep alleen degenen die in de zuidelijke buitenwijk van Beiroet, Dachieh, woonden en dus niet personen die hun huizen in het zuiden van Libanon zijn kwijtgeraakt. Ook geldt het aanbod alleen voor huiseigenaren. Maar ja, de meeste Libanezen hebben een huurhuis, zeker de sjiieten in de arme zuidelijke wijken van Beiroet.

Goed nieuws dan voor de huisjesmelkers? Nee, ook al niet. Een bijkomende bepaling stelt namelijk dat de vergoeding alleen wordt uitgekeerd aan huiseigenaren die tevens bewoners zijn van het appartement in eigendom. Dus pech voor de huisjesmelkers.

Ook is het nog maar de vraag wie als eigenaar worden aangemerkt. Een veelvoorkomende situatie in Libanon is namelijk dat de eigenaar van een flatgebouw bijvoorbeeld een BV is. De bewoners zijn vervolgens aandeelhouder van deze BV en contractueel is dan bepaald wie welke etage bewoont. Dit doet men om successierechten en overdrachtbelasting te voorkomen in geval van erfenis of verkoop. Het gevolg is dat in het officiële kadaster slechts één eigenaar geregistreerd staat: de BV. En de BV is weliswaar eigenaar, maar natuurlijk geen bewoner.

Al met al lijkt het meer een stunt voor de bühne dan dat de slachtoffers ermee worden geholpen.

Overigens, direct na de oorlog waren veel beelden te zien van Hezbollah die handje contantje geld aan het uitdelen was aan getroffen burgers. Daar hoor je nu eigenlijk niets meer over. Sterker, de eerste klaagverhalen beginnen al op te duiken. Hezbollah stelde dat ze iedereen, overal zouden helpen. Maar uit de verhalen die nu sporadisch naar voren komen, rijst het beeld dat Hezbollah met name voor haar eigen aanhangers geld beschikbaar heeft en dat andere slachtoffers in de kou blijven staan of slechts een schijntje krijgen.

Zo hoorde ik het verhaal van een christelijke familie in het zuiden van Libanon van wie het huis zo goed als kapotgeschoten was. Vergoeding: 500 dollar. Een dorpje verderop wonen sjiieten en die kregen keurig netjes 12 duizend dollar voor hun kapotte huizen. De kranten melden vrijwel niets hierover, ik ben benieuwd wanneer deze verhalen in de publiciteit komen.

donderdag, oktober 19, 2006

De toekomst van je land: een verrassing

Meestal is politiek een treurigmakende want repeterende zaak. Gelukkig niet zo in Libanon. Hier is altijd wel wat nieuws om je over te verbazen. Dit keer is het de beurt aan de voorzitter van het parlement, Nabih Berri. Hij kwam een aantal dagen geleden terug van een bezoek aan Saudie Arabië en in een interview zei Berri dat hij een verrassing had meegenomen uit het Verboden Koninkrijk. Maar hij wilde niet zeggen wat de verrassing was…anders was het natuurlijk geen verrassing meer! Ohmygod! Pas bij het feest ter einde van ramadan wil hij de verrassing aan ons meedelen.

Nu ja, als het iets is van persoonlijk aard, een geste dit-of-dat, dan is dat natuurlijk prima. Maar Berri kon al wel iets over de verrassing zeggen: namelijk dat het de toekomst van Libanon zou bepalen en het zou de nationale eenheid betreffen. Toe maar!

Libanon is momenteel in een chaotische periode juist vanwege deze nationale eenheid. De oppositie roept op tot het aftreden van de regering om zodoende een eenheidskabinet te vormen. Dus elke uitspraak met betrekking tot eenheid wordt hier onder een vergrootglas gelegd. En dan hebben we Berri die doodleuk stelt dat het een verrassing moet blijven tot aan volgende week.

Inmiddels beseft hij klaarblijkelijk ook wel dat zijn verrassing voor veel onduidelijkheid heeft gezorgd en dat dit niet zo handig is want juist nú is behoefte aan klare wijn. Dus hij sprak zich gisteren uit tegen het ondemocratisch vervangen van de regering. Dat is de verrassing al in ieder geval niet. Goed om te horen dat hij tegen staatsgrepen en dergelijke is; het stelt altijd gerust dat de kamervoorzitter pro-democratie is.

Hezbollah heeft zich overigens nog niet bij Berri aangesloten, het sjiietenkamp is derhalve verdeeld. Hezbollah wil dat eerst de regering opstapt om vervolgens de rondetafel gesprekken te hervatten, terwijl Berri zegt dat de regering niet kan opstappen zonder dat de opvolging bekend is.

Verwarrend allemaal. Eerst maar eens afwachten wat Berri’s verrassing is…

Kleine aanpassing voor reacties

Helaas heeft de spam de weg naar dit blog weten te vinden en werden er reclameboodschappen achtergelaten in de reacties. Om dit tegen te gaan, is nu "word verification" geactiveerd. Dit houdt in dat je even een woordje moet intikken als je een reactie achterlaat. De zogeheten spam-bots worden hierdoor tegengehouden.

Excuses voor het ongemak, het internet is nog niet perfect helaas.

dinsdag, oktober 17, 2006

Toespraak van Michel Aoun

Afgelopen zondag was een grote demonstratie gepland door de beweging van Michel Aoun. De regen gooide echter roet in het eten. Wel heeft Aoun een toespraak gehouden. Om inzicht te krijgen in de Libanese wijze van speechen, heb ik hieronder de Engelse vertaling van de volledige speech opgenomen. Belangrijke passages heb ik vet gemaakt en ook heb ik hier en daar voetnoten opgenomen. Deze kun je helemaal onderaan de lange toespraak (ruim 45 minuten) vinden.


Great people of Lebanon, (1)

Today is the 16th anniversary of that tragic day: October 13, 1990. It is by far the most important landmark in the history of our struggle and in the contemporary history of Lebanon.

On that day, the Syrian army waged an all-out attack against the last beacon of freedom not only in Lebanon itself but also in the entire Middle East; and for the first time ever, an entire people was besieged from all sides and punished for its “crime” of daring to demand its natural and basic rights by shouting: sovereignty, freedom and independence. This military operation would not have happened without cover and green light from local and international sides. How ironic to witness the double-standard of seeing, at the same time, the entire world mobilize to liberate Kuwait while encouraging and giving a green light to the occupation of Lebanon! (2)

The Lebanese people were subdued on that day and lost that battle… but that loss signaled the collapse of human values and all human-rights charters.

In our own consciousness, however, October 13th continues to represent until this very day the dignity of the defeated and the humiliation of the victorious.

It was a historical disgrace that will forever taint all those who stood idly watching… and a crime on the hands of all those who participated in the spilling of innocents’ blood.

On that day, the long journey of our struggle started. It was a journey marked by our strong will to persevere, resist and adapt to the new situation. It shifted our activities from inside Lebanon to the vast horizons of the world. The Lebanese Diaspora, everywhere it has a presence, engaged itself in our struggle and mobilized all its resources and, together, we completed what we had started at the Baabda Palace.

Our presence here today, standing on Lebanon’s soil and under its free skies, is but the culmination of this long struggle… it is also the realization of a promise I made as I was leaving Lebanon when I told you: “Today, as I am leaving Lebanon to France, I tell you after a long silence that the work you started will not end until it is fully realized... so, until we meet again.”

Here we are... We have met, and we will stand together.

Great people of Lebanon,

I address you today not to dig the wounds of the past but to strengthen together our absolute belief that the human being is indeed a value, and that our society cannot redress itself except on the basis of self-evident virtues at the forefront of which are the values of rightness, goodness and fairness.

I address you today to reaffirm our convictions and way-of-life, the essence of which are honesty, integrity, transparency, courage and loyalty; these convictions and way-of-life have formed the solid foundation and the spotless sphere for our long struggle in defense of Lebanon as a final country for all its people and its sacred right to sovereignty, freedom, and independence.

I address you today, as always, after you have put your valuable trust in me in the last parliamentary elections, to reaffirm one more time our relentless endeavor in uniting the Lebanese, all of the Lebanese, within the framework of a consensual democracy we are intent on realizing after long years of separation, alienation, oppression, arrests and banishment caused by three decades of Syrian occupation of Lebanon.(3) We will make this happen away from all aspects of sectarianism, discrimination or anything that might set the people of this country apart; this is indeed what hardened our positions on all issues of national interest, always giving prevalence to dialogue over tensions and to the Constitutional recourse over temperamental decision-making as a means to resolve any dispute.

We had our strategic vision embodied in the principles enumerated in the Charter of the Free Patriotic Movement Party and the inaugural speech. It was also spelled out in the Memorandum of Understanding we signed with Hizbullah which, while important and a worthwhile goal to accomplish in itself, we intended it to be a springboard for the serious and constructive dialogue we have long sought to have with all the Lebanese parties, even before my return to Lebanon on May 7th 2005 (4), with the aim of seeking together final solutions to all disputed issues.

Great people of Lebanon,

In celebrating this dear memorial today, we are recalling all what sacrificing for one’s country and for humanity means. This remembrance day is a solemn tribute of respect to the noble souls who fell on the altar of the nation to preserve the unity of Lebanon and the honor of its people. Today, our thoughts go especially to those we lost and whose fate is still unknown due (5) to the neglect and procrastination of consecutive governments of Lebanon from 16 years ago to the present day.

Today, we pay a solemn tribute to those who drenched our nation’s soil with their blood in defense of their country’s sovereignty, honor and dignity against the Syrian occupation.

We also pay tribute to the heroes who defended Lebanon against all Israeli aggressions. (6)

Do you know, dear compatriots, that some of those who monopolize power and work on marginalizing you today are the same people who worked against your will back then and endeavored to marginalize you and humiliate you?

This is why I proudly declare, here in front of you, that owing to the sacrifices of our martyrs whom we remember today and to your perseverance in our struggle, Lebanon is finally free.

Yes, Lebanon is free indeed… We regained our sovereignty and our independence… We regained our free decision-making; but this decision-making ability we dread losing again because of the political deviation we’re witnessing and because of political tourism in foreign capitals. (7)

Dear compatriots, now that the war has ended, how we long for working together to rebuild our country; yes, we who believe in the will to live and transcend all the negativities of the war and feelings of revenge, grudge, and hatred. But unfortunately, we were surprised to see that what we freed ourselves from in Anjar (8) has reappeared somewhere else… We see the Constitution being ignored and violated, as is all that points to the existence and viability of the state… The ministerial program declaration remains empty unimplemented words.

Thus is the current government, emanating from a fictitious majority (9), legitimizing indifference toward the concerns and needs of the people, spreading corruption and misusing and misappropriating public funds, and taking the country back to the concept of polarization. This government, in the way it is formed, falls quite short on comprehensive representation of the Lebanese and thus does not instill confidence. Many of this government’s decisions fall short of comprehensively benefiting all sectors of society and thus it is selectively denominational. Crucial decisions that relate to the fate of the country are taken unilaterally, let alone that they paralyzed all oversight, accountability and supervisory bodies that are, in democratic systems, at the core of the state.

They tell you that there will be a constitutional vacuum if there is a change in government but in reality you are living in such a vacuum now, (10) since no item in the ministerial program declaration has been implemented and also because of the degradation in performance that exceeds any logical explanation and which has reached levels of intentional provocation. That’s why we have never hesitated nor will we hesitate to hold this government accountable for every setback Lebanon might go through.

This vacuum was evident when the government refrained from carrying out its duties in the latest Israeli aggression against Lebanon and just acted as a go-between between the resistance and the United Nations. The government even evaded carrying out its humanitarian and relief duties, and had it not been for the solidarity shown by the civil society, a major catastrophe would have befallen us (11).

In this context, it was necessary to meet with you as always to get inspired by your staunch will and unshakable determination. And as at every crucial juncture in our national life, we make decisions that you inspire, you the free people of Lebanon, not from masters and custodians. We make these decisions away from personal interests and temptations just as we refuse to yield to any pressure, no matter how intense it might get, especially those pressures that might sow the seeds of turmoil in the country.

Today, with your massive turnout to this rally and your unshakable belief in the need to save Lebanon from its floggers, you have proven to the entire world, once again, that the yearning for change and reform has spread to every corner of the country and no obstacle of any kind shall stop it.

Great nations are those that can couple their political discourse with real application.

With this in mind, we affirm that change and reform will only find its way to implementation according to the following principles and beliefs (12):

  • We believe in democracy as a system of governance and a way-of-life, and we consider it to be the sole system that preserves the dignity of man, empowers the individual and frees his abilities, and allows him to be the master of his destiny.
  • We declare that we adhere to human rights as stipulated in international charters, and to public freedoms which constitute the foundation of democracy, and ascertain that men and women are equal in terms of rights and duties, and that the woman is a partner in building society and in decision-making.
  • We long to achieve a more comprehensively humane and fair society; a society in which the concept of citizenship is given its true dimension; a society that stands in solidarity with its weak and marginalized groups; a society that does not sacrifice its youth for its elderly.
  • We pledge to preserve national unity, based on true partnership and balance, as a guarantee to the survival of Lebanon as a nation and a mission.
  • We emphasize modern Arabism that is open to and interacting with all cultures and to which Lebanon has contributed greatly.
  • We consider that Lebanon, a land of dialogue and interaction, has a prominent role in spreading the culture of peace in its environs and in the world.

Building the state and reforming it cannot be implemented except by strengthening the rule of law through the principle of separation of powers which will institute checks and balances and effective oversight and accountability mechanisms. As for sovereignty and independence, they can be preserved by coupling national unity with the rule of law. Thus we will no longer have powerful individuals who overpower a weak state, but a strong state through its competent administration and institutions and its recourse to the Constitution and laws.

As for effective democracy, it can be enabled through:

  • The revival of the values and ethics that guide the right to dissent and the freedom of opinion and speech.
  • The purification of political practice from all kinds of vices and abuses, which will put an end to media manipulation and misleading promises. (13)
  • Adhering to and strengthening the principle of national consensus so as to put an end to unilateral actions and decision-making and to the domination of a ruling majority over an oppressed and marginalized minority.
  • The enactment of a modern electoral law that guarantees a true and just representation of the people, curbs the influence of political money and sectarian fanaticism, provides equal media opportunities, boosts political and party activism, establishes a mechanism to renew the political life, and guarantees the participation of the Lebanese Diaspora. Thus passing this law and its implementation mechanisms have become of utmost urgency to correct the actual flaws.

It is impossible to build a state on corruption and bribery. Thus it is our duty to make all efforts in view of separating money from authority, so that money turns into a productive economy and authority into a state where justice prevails.

It is also our duty to fight corruption and bribery through the revival of oversight and inspection bodies, financial and administrative auditing, passing all necessary laws, and applying the principle of accountability. (14)

There will be no modern and competent administration without restoring respect to the civil service, modernizing it, improving its standards, and regaining the lost confidence between the Lebanese people and their state by putting an end to politicizing the administration and eradicating the practice of dividing spoils amongst politicians; and this will not happen without adopting the concept of citizenship, competence and qualifications in appointing and hiring public servants, and respecting the law and the authority of relevant institutions when it comes to appointment, promotion, and accountability.

True security is one that is based on proper relations between the components of Lebanese society. True security is not selectively denominational, as some depict it today; such security can only lead to collective confrontation and cannot inspire confidence and peace.

The security forces have the duty to fight crime, which is an anomaly in society. But what is more dangerous is the organized crime of terrorism which threatens all societies, crosses borders and breaks down all defenses; any leniency in dealing with terrorism, or any neglect in forestalling it, represents in fact, a cover for it.

The armed security apparatus that must be established and spread throughout Lebanese territory is one which will guarantee stability, protect our citizens, abide by the rule of law, and respect the rights and freedoms of the individual. This type of security apparatus is what can, at the same time, meet the challenges of fighting terrorism and crime, the formation of illegal armed groups and the practice of self-protection. This can only be accomplished by restoring the credibility of the Lebanese security apparatus by separating it from politics, and putting qualified and disciplined personnel in charge. Moreover, the security forces must be sheltered from external influence, from, sectarianism and from favoritism. They must be provided with modern and advanced weaponry so that they will be able to defend the country, and the dignity of our people.

A fair, incorruptible, and independent judiciary can be established only by divorcing the judiciary from political disputes and subjective affiliations, enabling it to implement justice ensure the respect of the law, and safeguard public and private rights and freedoms.

We must strengthen the judiciary as an independent constitutional institution, boost its immunity, activate its oversight bodies and improve the professional qualifications of the judges. We should look to the day when we no longer resort to special and exceptional courts, and we should revive the constitutional council to rule, once again, upon the constitutionality of laws and the legitimacy of the electoral process.

As to economic growth and social justice, we consider that these issues are not political ones or merely technical ones to be dealt with by technocrats, no matter how well-qualified they are; rather, they are core issues of life with regard to which major decisions should be taken with careful consideration of costs and benefits. These decisions should reflect the image of the society and state for which the Lebanese people long.

The Lebanese economy is ailing under the burden of ever-increasing debt, and economic recession, which has triggered massive emigration and has severely impacted our international trade balance. Thus the national economy is faced today with two major challenges: stalled growth, and a huge financial burden. These two challenges are not equally important, as the national economy must achieve three main things: growth, justice, and planning.

Achieving growth requires an improvement in the financial, technological, and marketing capacities of our productive sector, and on the serious management of the privatization process. It also hinges on fighting monopolies and centers of favoritism, no matter where they are, be it in the private or the public sector.

The main criterion for establishing economic justice is equality and balance between obligations and opportunities among all of our people. We can achieve this by re-writing our tax laws, by austerity in public spending, and by revisiting the meaning of balanced development throughout all areas of the country.

The economy of planning and prevention should ensure that tomorrow’s resources are not consumed today, and that the consequences of the past are not transferred carelessly to the future. This economy will require rational management with awareness of financial burdens and risks; it must be based upon the capacity of the Lebanese people, and the support of friendly-states, and international financial institutions. This economy’s main priority should be the support of institutions which promote social solidarity, especially those which deal with health, retirement, and the protection of the Lebanese peoples’ assets from any kind of threat or abuse. It should also preserve Lebanon’s natural, environmental, and cultural resources, and it should build strong ties with the Lebanese Diaspora and put its intellectual and economic capacity to good use.

National sovereignty and external challenges have proved that preserving independence is no less difficult than gaining it. Lebanon, which has regained its sovereignty, freedom and independence, has the right to use all means to face any aggression against its territory and people and any interference in its internal affairs.

Lebanon faces today numerous challenges, the most important of which is the July war and what it revealed.

Undoubtedly, what the Lebanese people have accomplished through resistance in all its forms, both military and civil, is a real victory that made the Lebanese cause regain worldwide importance. Thus Lebanon is no longer a consolation prize, and it is no longer a site for, or an easy victim of, conspiracies and compromises and deals cut at the expense its sovereignty, independence, and the dignity of its people.

One of our big challenges is to refrain from isolating Lebanon from its environs and from the world, because Lebanon is a country that has always enjoyed international credibility, has always abided by the decisions of the international community regarding the preservation of its sovereignty and regaining its independence, and was a founding member of the United Nations and the Arab league. In this context, we must be clear in our political relationships with the international community that our right to sovereignty and independence is indivisible, inalienable, and non-negotiable in all circumstances.

Those are the main principles of international policy that draw our approach to all thorny issues.

As for the relationship between Lebanon and Syria, we look forward to having natural and normal relations with Syria by reviewing the past, drawing lessons from it, by refusing its repetition, and by rejecting any kind of mandate. This relationship should be based on national sovereignty and independence, mutual respect, friendship, and the preservation of legal and mutual interests. To achieve this, Syria must acknowledge that the Shebaa farms are Lebanese, the borders between the two countries must be redrawn, and the fate of the Lebanese prisoners in Syrian jails must be revealed and they must be freed. Moreover, diplomatic representation between the two countries must be established, and the bilateral relations between Lebanon and Syria must be removed from the sphere of individual relationships and be placed within the official framework. It would then be possible to review bilateral treaties on the basis of balanced interests between the two countries. (15)

As for the relationship between Lebanon and the Palestinians, it is our position that the failure of the international community to find a solution allowing the Palestinian refugees to return to their land (16) will not cause Lebanon to transform their temporary status in Lebanon into a permanent one. We are determined to launch a serious and prompt dialogue with the Palestinian Authority and its representatives in Lebanon to find a final and comprehensive solution to the Palestinian issue with the aim of:

  • Ensuring decent living conditions inside the camps and adopting necessary measures to allow free movement of Palestinians inside and outside of Lebanon in such a way that guarantees their return to their home land and which rejects categorically their settlement in Lebanon.
  • Solving the issue of Palestinian arms since they are not justified and have actually become a national concern so as to eliminate these weapons, to straighten security issues inside the camps to impose the control of the state and guarantee the respect of Lebanese laws.

As for the conflict with Israel and the issue of the protection of Lebanon, we believe that Lebanon longs for real peace which goes beyond the cessation of hostilities and which lays the foundations for comprehensive justice acceptable by all people of the region. This peace is attainable by adopting the recommendations of the Beirut Summit. Lebanon has long suffered from occupations that cost us human sacrifices and material losses, and which required political and military resistance. Resistance is a sacred and legal right that the Lebanese people have exercised for the purpose of liberating their country relying in conformance with international law. This was proven in the last July war.

Since all the Lebanese people have contributed to the cost of liberation, all are invited today to protect Lebanon and to safeguard its sovereignty and its existence. They must together endeavor to maintain peace on the border and to restore control of the state over Lebanon in accordance with UN Resolution 1701 and thus by:

  • Liberating Shebaa farms, the Kfarshouba Hills and the village of Ghajar.
  • Liberating the Lebanese prisoners from Israeli jails.
  • Demanding the cessation of Israeli violations of Lebanese airspace and territorial waters.

It goes without saying that the protection of Lebanon is a national responsibility which rests on the shoulders of all of the Lebanese people, and which should be agreed upon through national dialogue in which the parties develop a diplomatic plan and a strategic defense to be implemented by the state’s institutions. The weapons of Hizbullah must be included in this framework. These weapons, which have the sole aim of defending Lebanon, are temporary. (17) We have endeavored to find the right framework and circumstances that would solve the weapons issue, which requires the establishment of a robust and righteous state. These principles were developed in our Memorandum of Understanding with Hizbullah and are at the core of our national beliefs and needs. Any assertions that do not fall under this umbrella are only attempts to dominate and to provoke tensions; allegations about the rise of an Islamic state and talk about coup d’etats and about the use of force and weapons are intended to promote fears and spread horror in the country, in order to keep the Lebanese people imprisoned in their cocoons, dreading peace, and content with isolation.

Therefore, we call for the establishment of a modern, democratic and just state that serves the interests of all the Lebanese people in terms of achieving justice and democracy.

We also look forward to establishing international relations which guarantee Lebanon’s independence and sovereignty, and we, along with all the Lebanon people, long to unveil the truth about the terrorist crimes that have shaken the lives of the Lebanese people and jeopardized their security.

We also call for the implementation of what remains of the Taef agreement, the return of the displaced to their villages and the return of the Lebanese refugees in Israel. (18)

To emerge from the current crisis, we must begin building a national authority based on fair representation; this can only be done through the adoption of democratic processes that naturally bring about constitutional institutions.

And since in Lebanon, sovereignty can only be implemented by the people and entrusted to the parliament through free and honest elections under an electoral law that ensures accurate representation, then the natural starting point for building national consensus and a strong national authority is the formation of a government of national unity which will establish a new electoral law according to the criteria we mentioned today, and revive the constitutional council.

Then, the new parliament would elect a President of the Republic and the president-elect would form a new government.

It is absurd to give in to the legality of the current authority simply because it is supported by the international community comprised of countries that have always dealt with and are still dealing with de facto regimes without giving them any legitimacy. The legitimacy of a government’s authority cannot be given except by the people, and it is not yielded but from the will of the people. We will deal with reservation with all external powers that do not respect the principle of a just democracy, and which tries to cover up political tricks. We have explained to them thoroughly the painful and harsh reality that has prevented Lebanon from having a correct start for democracy; it is about time that everybody knows that we will not accept any violation of our rights.

Great people of Lebanon,

In the past, and while I was still abroad, I invited all parties to a table of dialogue on the eve of Independence Day in 2004. But my invitation was refused despite the fact that I warned them against rejecting my call because the responsibilities we face are crucial; what I feared the most happened and the stability of Lebanon received a major blow. But they lack any sense of responsibility.

Then, we engaged in the table of dialogue under the umbrella of the parliament, but that dialogue failed because they refused to deal with issues in such a way that would correct what the elections damaged in terms of building a free state; instead, they used the dialogue to cover up for the failure of the government.

Today I fear that they are losing the last chance they have to build the nation which can only be achieved through the formation of a government of national unity. (19)

In the past, after the Syrian troops withdrew from Lebanon, we asked them not to refuse our call; we call on them today and again ask them not to reject our call.

Great people of Lebanon,

This is our vision and these are our principles for building the state. It is with your determination and your resolve that nations are built, and dreams are realized.

Long live Lebanon

Voetnoten

(1): Dit is een kenmerkende uitspraak die in al zijn speeches veelvuldig terugkomt. Op zijn Arabisch: Ya Sha'aba Lubnan al Azeem

(2): Daar heeft hij een goed punt waarmee hij de harten van de Libanezen weet te vinden. Zeker ook omdat de Kuweiti’s door velen als arrogant werden beschouwd en men het stiekem wel eens was met Saddam Hoessein die hen wel eens een lesje zou leren.

(3): Hier kiest hij een duidelijke en harde anti-Syrië lijn en valt daarmee zijn politieke bondgenoot Hezbollah af. Zoals in een vorige bijdrage al gemeld, ziet het er naar uit dat Aoun terug naar zijn wortels gaat: de anti-Syrische maronieten.

(4): Bij mijn weten zijn er weinig uitspraken van Aoun waarin hij al voorafgaand aan zijn terugkomst aangaf een strategische alliantie met Hezbollah te willen sluiten.

(5): Dit is een referentie naar de vele voornamelijk christelijke Libanezen die, naar het schijnt, nog steeds in Syrische gevangenissen verblijven. Hezbollah wordt vaak bekritiseerd dat zij niets doen voor deze Libanezen terwijl ze zich wel druk maken om het bevrijden van de Libanezen, voornamelijk sjiieten, in Israëlische gevangenissen. Tot nu toe heeft Aoun ook niet over dit onderwerp gesproken. Dat hij dat nu wel doet, indirect maar toch, is een aanvullende indicatie dat hij afstand neemt van Hezbollah en sterker opkomt voor zijn christelijke achterban.

(6): Na al zijn anti-Syrië retoriek ook nog even Israël genoemd. Dat moet hij ook wel doen omdat hij door sommigen er van wordt beschuldigd teveel pro-Israël te zijn. Zeker tijdens de burgeroorlog voerde Aoun wel oorlog tegen mede-christenen en tegen Syrië, maar aartsvijand Israël bleef, vreemd genoeg, altijd buiten schot.

(7): Een bekend verwijt aan de huidige regering, namelijk dat zij marionetten van Amerika en Frankrijk zijn. Wel is het vreemd dat juist Aoun dit verwijt maakt aangezien hij altijd erg trots was op zijn bezoek aan het Amerikaanse congres en hij herhaaldelijk heeft verteld dat Syrië het land heeft verlaten dankzij zijn invloed op Amerikaanse politici.

(8): Hier was het hoofdkantoor van de Syrische inlichtingendienst gevestigd van waaruit Libanon feitelijk werd bestuurd

(9): De uitspraak “denkbeeldige meerderheid” wordt door de minderheid gebruikt om de huidige regering mee aan te duiden. Het zou denkbeeldig zijn omdat de verkiezingswet als ontoereikend wordt beschouwd en door deze “corrupte” verkiezingswet de huidige regering aan de macht is gekomen. Opvallend in deze redering is dat het de vorige regering was die de wet heeft ingesteld en dus verwacht mocht worden dat zij een zo gunstig mogelijke variant zouden opstellen. Dat de vorige regering desondanks heeft verloren, is veelzeggend.

(10): Een bekende waarschuwing van de regering is dat aftreden nu tot een machtsvacuüm zou zorgen. Aoun pareert deze kritiek handig door te stellen dat er toch al een vacuüm is, dus de regering kan rustig aftreden, de situatie zou er niet slechter op worden. Ook zijn kritiek dat de regering te weinig besluit wordt door veel Libanezen gedeeld. Enerzijds is dit de standaardemotie van veel burgers die dat “politieke zooitje” toch al niet vertrouwd, anderzijds bereikt de regering inderdaad bar weinig en heeft Aoun wel degelijk gelijk met deze feitelijke constatering.

(11): Een compliment voor Hezbollah die veel effectiever was in de hulpverlening dan de regering. Veel Libanezen zullen het overigens niet eens zijn met de opmerking dat zonder de hulp van de burgermaatschappij een grote catastrofe plaats zou hebben gehad. De oorlog an sich was al ramp genoeg.

(12): De zes uitgangspunten van Aoun’s beleid. Het was mede hierom dat deze toespraak werd gezien als een presidentiële speech waarin hij aantoont een volwaardige kandidaat voor de hoogste post te zijn. Hij reikt uit naar de Arabische wereld en probeert hiermee de angst weg te nemen dat hij als christen niet verzoenend zou kunnen zijn in de Arabische wereld. Ook opvallend is zijn opmerking dat vrouwen gelijkwaardig zijn. Op zich niets nieuws, maar je hoort dit soort uitspraken vrijwel nauwelijks in Libanon dat nog zeer traditioneel is voor wat betreft de rolverdeling tussen man en vrouw.

(13): Interessant om te vermelden is dat Aoun van plan is zijn eigen TV station te beginnen. Hij was de enige leidende politicus die nog niet zijn eigen omroep had. Men vertrouwt de onafhankelijkheid van de media klaarblijkelijk niet echt en heeft liever ieder zijn eigen station.

(14): Dit is een stokpaardje van Aoun en wie kan hier tegen zijn? De huidige regering, misschien, want die zien niet veel in dit plan. Als ze het al ondersteunen, dan toch met de kanttekening dat dan alle fraude onderzocht moet worden, teruggaand tot de tijd dat Aoun de leiding had in Libanon (1988-1990). Ze hopen wellicht dat Aoun hierdoor afschrikt omdat hij zelf ook schuldig zou zijn aan fraude en corruptie, maar Aoun heeft aangegeven geen enkele moeite te hebben met een onderzoek naar zijn regeerperiode.

(15): Hiermee wijkt Aoun af van het standpunt van Hezbollah dat niet aandringt op grensafbakening, erkenning door Syrië dat de Shebaa boerderijen Libanees zijn en de uitwisseling van diplomaten. Het is veeleer een standpunt dat dichter tegen zijn oorspronkelijke anti-Syrië houding aanzit en wat goed valt bij zijn voornamelijk christelijke achterban.

(16): Het recht op terugkeer van de Palestijnen wordt nergens zo fanatiek verdedigd als in Libanon. Van links tot rechts, van moslims tot christenen: men is het er volledig over eens dat de Palestijnen terug moeten naar Palestina en geen definitieve verblijfstatus in Libanon zouden moeten krijgen.

(17): Deze uitspraak, dat op termijn Hezbollah haar wapens moet opgeven, lijkt stoerder dan hij werkelijk is. Hezbollah zelf is het hier volledig mee eens want zij benadrukken keer op keer dat zij hun wapens heus zullen opgeven…zodra de tijd rijp is.

(18): Vele christenen van Zuid-Libanon, waaronder aanhangers van Aoun, zijn indertijd naar Israël “gevlucht”. Het is een hete aardappel in de Libanese politiek of zij terug naar Libanon mogen komen. Immers, vluchten naar het land van de vijand kan ook wel eens collaboratie zijn geweest, en om nu dergelijke “landverraders” terug te laten gaat velen te ver.

(19): Aoun waarschuwt de regering: dit is de laatste kans die je hebt, zoniet…De angstige vraag die Libanezen hebben is het antwoord op de vraag “wat dan?”

maandag, oktober 16, 2006

Raketaanval in het centrum van Beiroet

In de nacht van zaterdag op zondag was het weer eens raak: een aanslag. Ditmaal zouden er drie raketten zijn afgevuurd in het centrum van Beiroet, Solidere genaamd. Zes mensen zijn lichtgewond geraakt en er was beperkte materiële schade. Al met al erg goed afgelopen want normaal gesproken is dit gebied erg druk. De aanslag vond plaats rond half drie zondagochtend, dus het lijkt erop dat de daders niet uit waren op het maken van zoveel mogelijk slachtoffers maar eerder een signaal wilden afgeven.

Het is de eerste keer in de lange reeks van aanslagen die begon met de aanslag op de minister van Telecommunicatie, in oktober 2004, dat het centrum van Beiroet is getroffen. Het centrum, ook wel Solidère genaamd, is een autovrij wandelgebied, vol met restaurants en winkels. Veel toeristen komen hier ’s avonds een hapje eten, lopen wat rond en lurken aan een waterpijpje. Het is een relaxed uitgaans- en winkelgebied, ook al omdat auto’s niet zijn toegestaan, een unicum in Libanon.

De eerdere aanslagen, zie hier voor een overzicht, vonden plaats in christelijke gebieden. De aanslag van gisteren is daarmee de eerste die tegen Libanon als zodanig is gericht. Immers, het centrum is van iedereen.

Overigens, dat laatste is niet helemaal waar. Na afloop van de burgeroorlog (1975-1990) was het centrum van Beiroet volledig aan flarden geschoten. Rafiq Hariri heeft indertijd een onderneming opgericht, Solidère genaamd, om het centrum weer te herbouwen. Vandaar ook de bijnaam van het centrum. Het wandelgebied met alle restaurants en kleine winkeltjes, was altijd zijn grootste trots. Hij heeft kosten noch moeite gespaard om het centrum geheel in de oude stijl te herbouwen middels restauratie van gebouwen die nog overeind stonden of het simpelweg opnieuw reconstrueren op basis van foto’s. Veel eigen geld schijnt Hariri in het project te hebben gestoken om het tot een succes te brengen. Het centrum wordt derhalve, terecht, gezien als het werk van Hariri.

Kwade tongen beweren echter dat het herstel door Hariri niet alleen liefdadigheid was, maar dat hij er flink aan heeft verdiend. Het herbouwen van het centrum ging gepaard met een oplopende staatschuld, dus hoezo eigen geld erin gestoken? Deze beweringen zijn nooit waargemaakt en de meeste Libanezen zijn juist erg trots op hun centrum.

Maar ja, de raketaanval op het centrum van Beiroet kan gemakkelijk worden gezien als een aanval op het symbool van Hariri. Men wilde klaarblijkelijk een signaal afgeven. Stuur een ingezonden brief, zou je denken, maar zo gaat dat hier niet. Het signaal moet ongetwijfeld worden uitgelegd als een oproep aan de regering om af te treden en plaats te maken voor een eenheidskabinet waarin met name Hezbollah en Michel Aoun meer invloed zouden hebben. Door het stoken van onrust probeert men wellicht aan te tonen dat de huidige premier Siniora niet in staat is om de Libanezen te beschermen.

Ook was het opvallend dat de aanslag plaats vond vlak voor de geplande demonstratie van Michel Aoun. Hij roept al tijden op tot het aftreden van de regering omdat deze niet in staat is om de Libanezen veiligheid te bieden…juist.

Uiteraard is hiermee niet gezegd dat Aoun ook maar iets te maken zou hebben met de aanslag van gisteren, maar het is verontrustend om te zien hoe dergelijke connecties ongewild toch opkomen.

zaterdag, oktober 14, 2006

Michel Aoun: "going back to his roots"

Sinds de terugkeer van Michel Aoun, de voormalige opperbevelhebber van het leger die een mislukte ‘bevrijdingsoorlog’ tegen de Syrische bezetters opzette en vervolgens werd verbannen naar Parijs, is het christelijke kamp in twee groepen verdeeld: enerzijds een groep christenen die pro-regering zijn, aangevoerd door politici als Boutros Harb, Fares Souaid en Samir Geagea en anderzijds de Groep rond Aoun die tegen de regering is. Let wel, de regering is tegen Syrië, of althans wil een herziening van de relatie met het buurland, terwijl de oppositie juist pro-Syrië is. De oppositie bestaat met name uit Hezbollah, aangevuld met diverse andere “verliezers” van de laatste nationale verkiezingen van mei 2005.

Velen hebben het Michel Aoun kwalijk genomen dat juist hij, als rabiate anti-Syrië strijder, bij terugkeer na zijn ballingschap in Parijs de kant van de pro-Syrische groepering Hezbollah heeft gekozen en wel door het afsluiten van een strategisch pact. Men had van Aoun verwacht dat hij zijn anti-Syrië lijn zou doorzetten, zoals hij dat ook vanuit Parijs had gedaan. Hij gaf regelmatig interviews in Parijs waarin hij er telkens op hamerde dat Libanon bevrijd zou moeten worden van de Syriërs. Dit was zijn paradepaardje en de belangrijkste reden voor zijn populariteit. Maar bij terugkomst tapte hij uit een ander vaatje. Hij pleitte voor verzoening en voor het opbouwen van een productieve samenwerking met Syrië.

In eerste instantie kon hij zijn samenwerking met Hezbollah verkopen vanuit de éénheidsgedachte. Als presidentskandidaat immers, moest hij bereid zijn om boven de partijen te staan en bruggen te slaan naar juist die groepen die tot nu toe buiten spel waren gebleven. Deze idealistische uitleg is prachtig natuurlijk en, mits integer, zou er veel voor te zeggen zijn. Hezbollah wordt nog altijd beschouwd als een politieke paria en serieuze gesprekken worden nauwelijks met hen gevoerd. De bestaande politieke machten plaatsen zodoende een grote bevolkingsgroep buiten spel en het is maar de vraag hoe lang een democratie zich dat kan veroorloven. Het ligt voor de hand om op een zeker moment een reactie te verwachten van degenen die aan de zijlijn van de democratie zijn geplaatst.

Aoun reikte zijn hand derhalve uit naar Hezbollah en op zich was daar niets mis mee. Wel moet bedacht worden dat hij bij zijn terugkomst allereerst aansluiting probeerde te zoeken bij de overige christelijke leiders en hun soennitische partners. Dat mislukte echter, mede omdat Aoun uitspraken deed waarin hij claimde verantwoordelijk te zijn voor de uittocht van de Syriërs en niet Rafiq Hariri. Ook werd zijn openlijke ambitie voor het presidentschap niet op prijs gesteld door andere kandidaten met als gevolg dat de poging tot samenwerking werd stopgezet.

Aoun zocht vervolgens zijn heil bij de oppositie en kwam logischerwijs uit bij Hezbollah. Daar eenmaal aanbeland, kwam Aoun met het idealistische verhaal op de proppen. Nu ja, goed, als politicus moet je wel opportunistisch zijn en zijn aanhangers hadden er alle begrip voor. Zijn status was in zijn afwezigheid alleen maar gerezen en hij kon derhalve geen kwaad doen bij zijn achterban.

Toch, de oorlog bracht daarin verandering. Aoun nam geen afstand van de acties van Hezbollah, verdedigde die zelfs hartstochtelijk, en bracht zodoende een steeds groter deel van zijn aanhangers aan het twijfelen. Juist onder christenen was er veel (stil) protest tegen de acties van Hezbollah die in hun ogen het land in de afgrond stortte. Aoun besefte blijkbaar niet wat er onder zijn eigen achterban leefde, een bekend probleem voor politici.

Ook het bombarderen van de bruggen in het noorden waar veel christenen wonen, bracht de oorlog wel erg dichtbij voor zijn stemmers. Ook ontstonden er lange vertragingen omdat de snelweg naar het noorden op drie plaatsten kapot was geschoten.

Na de oorlog riep Hezbollah de “goddelijke overwinning” uit. “Ja, ja”, werd er cynisch gereageerd door christenen, “door hun goddelijke overwinning staan wij elke dag in een “goddelijke file”.

Aoun heeft als reactie daarop zich in de afgelopen weken wat meer weten te distantiëren van Hezbollah. Zo gaf hij een interview waarin hij stelde dat hij niet automatisch alle acties van Hezbollah volledig onderschrijft. Ook begon hij zich steeds meer uit te spreken voor het belang van de christenen en voorzichtig verliet hij daarmee de éénheidsgedachte van vorig jaar.

Morgen, zondag 15 oktober, worden grote demonstraties georganiseerd in het hele land door de partij van Aoun om de doden te herdenken die vielen tijdens de ‘bevrijdingsoorlog’ die Aoun voerde tegen de Syriërs en op 13 oktober 1990 verloor. Op zich vreemd om de dag van de eigen nederlaag zo massaal te herdenken, maar belangrijker is het feit dát het wordt herdacht en wel juist nu. Om zo de nadruk te leggen op zijn strijd indertijd tegen Syrië, gaat Aoun duidelijk door met de verwijdering van Hezbollah. Die zijn immers dik bevriend met Syrië.

De verwijdering met Hezbollah betekent overigens niet dat Aoun nu dichterbij de andere partijen (christenen en soennieten) komt te staan. Integendeel, zijn anti-overheidsretoriek neemt alleen maar in kracht toe. Libanon houdt voor de zoveelste keer zijn hart vast: de organisatie benadrukt het vreedzame karakter maar je weet maar nooit: als de vlam in de pan slaat, kan het snel uit de hand lopen. Gelukkig is het vandaag voor het eerst echt flink aan het regenen. De weersverwachting voor morgen schijnt ook veel regen en onweer te zijn. Hopelijk houdt men daardoor het hoofd extra koel.

Uit naam van alle immigranten!

Je mag alles van de buis halen, maar dit programma dus net niet! Lingo, dus. Gisteravond zat ik lekker ontspannen na een week hard werken voor de satellietbuis en wat een nieuws: Lingo wordt te oud gevonden dus het wordt ge-euthanatiseerd. Dat mag de emigrantengemeenschap niet worden aangedaan. Lingo, de rots in de branding, het ijkpunt der Hollandsche beschaving…weg? Nederland zal nooit meer hetzelfde zijn.

Uit principe heb ik nog nooit gestemd omdat ik vind dat je als emigrant je niet meer over je eigen vertrek heen moet regeren en Nederland moet laten aan de mensen die daar wonen, maar als Lingo inderdaad verdwijnt dan weet ik het nog niet. JP heeft zich al ferm uitgesproken voor Lingo, dus ja, mijn politieke keuze lijkt bepaald.

Maar even serieus. Het is opvallend hoe je zelfs na 5 jaar nog vrijwel elke dag Nederlandse TV kijkt via de satelliet. Eerst Lingo, dan snel naar De Wereld Draait Door. Rond negen uur nog even snel het onderdeel De TV Draait Door meepikken en dan overschakelen naar het 8-uur journaal, wat hier vanwege het tijdsverschil om 9 uur wordt uitgezonden.

Nederlanders zijn er altijd erg trots op dat we ons zo goed aanpassen, waarbij uiteraard wordt geïmpliceerd dat de immigranten in Nederland dat niet doen. Het zal ook heus wel, dat Nederlanders in den vreemde zich goed aanpassen, maar het “behoud van eigen identiteit” is toch ook wel erg belangrijk, althans voor mij. Dus lekker Nederlandse TV kijken en via Internet de Nederlandse dagbladen bijhouden.

Nee, ik begrijp de Turkse immigranten in Nederland uitstekend: lekker met je bordje shoarma op schoot naar het Turkse lingo kijken!

vrijdag, oktober 13, 2006

Armeense kwestie speelt ook in Libanon

Gisteren was er een vreedzame demonstratie in het centrum van Beiroet tegen de bijdrage van Turkije aan de Unifil vredesmacht. Sinds het besluit van de Turkse regering tot deelname op 5 september jl., kwamen de ruim 200 duizend Libanese Armeniërs (zo’n 5% van de bevolking) in het geweer om te protesteren over de inzet van Turkse soldaten op Libanees grondgebied.

Het argument is uiteraard de Turkse ontkenning van de Armeense genocide en men vind het onbegrijpelijk dat de Libanese overheid het aanbod van Turkije heeft geaccepteerd. Helaas voor de Armeense gemeenschap, maar Turkije heeft vandaag haar troepen uitgezwaaid. Ruim 260 soldaten worden volgende week in Libanon verwacht. Tezamen met ondersteunend personeel zullen er dan ruim 680 Turken in Libanon zijn als onderdeel van Unifil.

woensdag, oktober 11, 2006

Woordenstrijd intensiveert

Het afgelopen weekend gaf Michel Aoun, een mogelijk presidentskandidaat een interview waarin hij zei dat Libanon geen toekomst heeft zolang de huidige premier, Fouad Siniora “bestaat”. Hij bedoelde wellicht te zeggen “zolang Siniora in functie is”, maar de gekozen woorden waren keihard en onomwonden: Siniora moest maar niet langer bestaan, dat zou beter zijn voor Libanon. Dit leek haast een oproep tot moord.

Uiteraard felle reacties van de regeringskant dat kandidaat president Aoun alle perken te buiten ging, een beetje te vergelijken met de uitspraak van Geert Wilders over de tsunami van moslimimmigranten die Nederland zouden bedreigen. In Nederland plaats je je met dergelijke uitspraken al snel buiten de discussie, maar hier in Libanon is dat helaas minder het geval.

Gisteren deed de huidige president Lahoud nog een duit in het zakje door de zoon van de vermoorde Rafiq Hariri als een onbekwaam groentje te bestempelen. Ook vond hij dat de regering maar beter de eer aan zich zelf zou moeten houden en af zou moeten treden. Als opvolger zou dan een eenheidsregering moeten komen, breed samengesteld uit de divers politieke partijen, waarbij met name Hezbollah en Aoun’s partij meer invloed zouden moeten krijgen. Opvallend citaat van Lahoud’s interview was dat hij er van uit gaat dat deze eenheidsregering “álle problemen van Libanon moest oplossen”. Hoe naïef kan je zijn, denk je dan, maar deze citaten worden rustig zonder verder commentaar in kranten geplaatst.

De regering kaatste daarop de bal direct terug en stelde dat Lahoud dan maar het goede voorbeeld moest geven voor wat het aftreden betreft. Tevens sprak men het vermoeden uit dat Lahoud c.s. uit is op de vertraging dan wel het afblazen van het internationale gerechtshof dat in voorbereiding is voor de moord op Rafiq Hariri vorig jaar. Mochten Hezbollah en Aoun meer invloed krijgen, zo wordt gevreesd, dan zouden zij wel eens het VN tribunaal kunnen frustreren.

Al met al een vreemde situatie: de president roept de regering op tot aftreden en de regering vraagt de president om op te stappen.

Als het bij woorden blijft is er niet zo heel veel aan de hand. Maar er gaan al stemmen op om de discussie naar “de straat” te verplaatsen. Zo riep voormalig premier Omar Karami op tot massademonstraties om zodoende de regering te dwingen af te treden. Langs democratische weg zal dit niet lukken gezien de grote parlementaire steun voor de regering, dus laat de straat dan maar spreken.

Het lijkt een herhaling van de geschiedenis. Immers, het was deze Karami die destijds onder druk van dezelfde straat moest aftreden. Hij is derhalve een ervaringsdeskundige ten aanzien van de macht van de straat. Nu klinkt dat wat cynisch, maar hij heeft wel goed door hoe groot deze macht is. Als er indertijd massale demonstraties op gang gaan komen, is het maar zeer de vraag of de overheid sterk genoeg is om aan de macht te blijven.

maandag, oktober 09, 2006

Recente geschiedenis van Libanon – deel 3

Het leven na de oorlog begint al weer zijn gebruikelijke hectische ritme te krijgen, oftewel druk, druk, druk. Vandaar nu pas deel 3, maar goed, geschiedenis laat per definitie op zich wachten. Overigens, voordat je denkt: “Die Riemer toch, besteedt zijn hele maandagochtend aan het schrijven van een stukje op Internet, zal zijn baas leuk vinden!”, dit artikel is in het weekend geschreven en vervolgens in hooguit een minuut via knip&plak op het Internet gezet.

De teleurstelling waar ik over sprak aan het einde van deel 2 was voor de meeste Libanezen ondenkbaar: men was juist optimistisch met de uitslag. Vele oud-getrouwe pro-Syrië politici hadden het veld moeten ruimen en het merendeel van de gekozen politici hadden zich inmiddels flink negatief uitgelaten over Syrië. Het viel sommige commentatoren wel op dat diverse politici als een blad aan de boom waren veranderd van loyaal aan Syrië tot anti-Syrië, maar over het algemeen genomen had de Libanese bevolking daar geen moeite mee. Men was allang blij dat zoveel politici zich nu zo duidelijk uitspraken.

Qua omdraaien van de rollen ook nog dit. Voorheen was het regeringskamp pro-Syrië en de oppositie anti-Syrië. Nu was dit dus omgekeerd: het regeringskamp is nu anti-Syrië en de oppositie pro-Syrië. Veel politici werden herkozen en waren eerst pro-Syrisch en nu anti-Syrisch. De politieke aardverschuiving kwam derhalve niet door nieuwe gezichten, maar eerder door andere opvattingen van de bestaande politici.

Wat ook bijdroeg aan de euforiestemming was het onderzoek van de Verenigde Naties naar de moord op Rafiq Hariri. Op zich was dit al vrij uitzonderlijk: een moordonderzoek dat werd geleid door de VN. Volgens Libanese kranten was dit de eerste keer in de geschiedenis van de VN dat ze een dergelijke taak op zich namen. De Libanese politie werd niet in staat geacht om een gedegen, onafhankelijk onderzoek in te stellen. Het eerste onderzoeksrapport bevestigde dit beeld: de VN rapporteur veegde de vloer aan met het Libanese opsporingsapparaat en sprak van amateurisme, knulligheid, onwelwillendheid en waarschijnlijk een combinatie van dit al. Het moet een vreemde ervaring voor de Libanees zijn geweest. Natuurlijk wist men dat de eigen politie niet bepaald hoogstaande professionele kwaliteit afleverde, maar toch. Om het zo duidelijk zwart op wit te zien staan, tja, dat is toch even slikken.

Opvallend genoeg waren de meeste Libanezen enthousiast over het eerste rapport. Nog nooit in de geschiedenis van Libanon was een politieke moord opgelost, maar hopelijk keert nu het tij, zo werd gezegd. Ook haalde de VN onderzoeker hard uit naar Syrië dat met zoveel woorden verantwoordelijk werd gehouden voor de moord op Hariri. Hij leverde hiervoor nog niet het overtuigende bewijs, maar stelde dat niets in Libanon gebeurde zonder toestemming van Syrië en dat Syrië daardoor wel betrokken móest zijn bij de moord.

Geheel volgens de breuklijn ‘voor of tegen Syrië’ waren de reacties van beide kampen goed voorspelbaar.

In het anti-Syrië kamp werd het rapport met grote koppen in de krant gebracht en velen gingen zelfs zo ver om de slogan “Wij willen de waarheid!” te veranderen in “Wij willen gerechtigheid!”. De waarheid, zo stelde men, is nu wel zo ongeveer bekend. Men besefte dat verder onderzoek nodig was, maar dat kon niet lang meer duren. De arrestatie van de hoofden van de binnenlandse veiligheidsdienst, de militaire veiligheidsdienst en andere soortgelijke organisaties stookte het enthousiasme alleen maar verder op. Eindelijk, na al die jaren van betutteling van buitenaf, kon Libanon afrekenen met degenen die het land zo lang benadeeld hadden. Dat hierbij buitenlandse hulp nodig was, vond men vanzelfsprekend en werd niet als inmenging op interne zaken gezien.

De pro-Syrië zijde echter, had veel kritiek op het rapport dat men sensatiebelust voelde en men beschouwde het VN onderzoek niet professioneel omdat harde conclusies werden getrokken zonder daarvoor bewijzen te leveren. De conclusies waren weliswaar voorzichtig en indirect geformuleerd, toch kon niemand de tendens ontgaan die overal uit het rapport naar voren kwam. Ook het omschrijven van de binnenlandse veiligheidsdiensten en andere opsporingsinstanties als ‘incompetent dan wel kwaadwillend’ werd door het pro-Syrische kamp als een belediging opgevat. Daarnaast stak het dat de binnenlandse veiligheidsdienst door de VN zo ongeveer werd overgenomen. Bedenk dat Libanon officieel nog steeds in oorlog was met Israël en dat Amerika grote invloed heeft op de VN. Men vreesde dat via-via allerlei geheimen zouden uitlekken naar buurland Israël.

Een van de eerste besluiten die de pas aangestelde regering nam was het instellen van een commissie die de kieswet moest herzien en deze eerlijker, consistenter en daardoor democratischer zou maken. Al voorafgaand hadden velen kritiek op de kieswet dus dit initiatief werd warm ontvangen. Wel was het een goede mogelijkheid voor de pro-Syrië oppositie om te stellen dat hun nederlaag te wijten was aan een oneerlijke verkiezingswet Op zich een merkwaardig verwijt aangezien de rollen nu waren omgedraaid. Voorafgaand aan de verkiezing had het pro-Syrië kamp alle gelegenheid om de kieswet aan te passen, maar men heeft dat nagelaten. Om dan achteraf te gaan klagen dat je het slachtoffer bent geworden van een ondemocratische kieswet, is wel wat vreemd.

Later zou het verwijt van de oppositie, waaronder Hezbollah, leiden tot de gevleugelde uitspraak dat Libanon wordt geleid door een “denkbeeldige meerderheid”, wat de implicatie in zich heeft dat de meerderheid geen democratische basis heeft in het land. Voeg hierbij de veelgemaakte opmerking van Hezbollah dat ze voorstander zijn van werkelijke democratie en alleen in het belang van Libanon hun wapens zullen gebruiken, en de uitspraak krijgt ineens een wat sinister karakter, althans in de ogen van de meerderheid. Wat, zo werd gevreesd, als Hezbollah zou besluiten de denkbeeldige meerderheid niet meer te erkennen, uiteraard “in het belang van Libanon” en dus zich gelegitimeerd zou voelen om de wapens ter hand te nemen.

Een ander besluit dat ook zeer snel door de nieuwe regering werd genomen was de vrijlating van voormalig christelijk militieleider Samir Geagea. Voor velen herleefden hiermee oude, gewelddadige tijden, nu zowel Michel Aoun als Samir Geagea vrijwel elke dag op TV te zien waren. Tijdens de burgeroorlog waren beide leiders elkaars aartsvijanden en daarmee verantwoordelijk voor veel interne strijd binnen de christelijke bevolkingsgroep. Weliswaar hadden ze een ontmoeting met elkaar waarin ze beiden opriepen tot kalmte en vrede, maar dit werd cynisch ontvangen. Veel Libanezen hadden flash backs naar de burgeroorlog, met name naar de laatste twee jaren waarin Geagea en Aoun een bloedige strijd met elkaar uitvochten waarbij duizenden doden vielen. Men was er niet gerust op dat ze nu lief en aardig tegen elkaar zouden blijven doen.

Daarbij kwam dat de golf van aanslagen door bleef gaan. Zo werd de bekende journalist Samir Kassir in juni 2005 door een autobom gedood, verloor journalist May Chidiac in september haar arm en been, eveneens bij een autobom en kwam journalist Gebran Tueni in december om het leven, eveneens door een autobom. Alle drie de journalisten waren fel anti-Syrisch en hun dood/verminking zorgde voor veel angst onder de bevolking. Daarnaast waren er veel bomaanslagen waarbij alleen materiële schade viel. Opvallend was dat alle aanslagen in christelijke gebieden plaatsvonden en dat de slachtoffers christenen waren.

Met name de moord op Gebran Tueni was een dramatisch dieptepunt in de lange reeks aanslagen. Hij was zeer geliefd bij de bevolking en helemaal toen hij tijdens de demonstratie op 14 maart een “Eed voor Libanon” afnam van de aanwezigen. Het was een zelfgeschreven tekst die regel voor regel massaal werd herhaald door de anderhalf miljoen aanwezigen. Vrij vertaald luidde de eed als volgt: “In de naam van God, zullen wij, moslims en christenen voor altijd verenigd blijven om zo Libanon beter te verdedigen”. Hij verbleef de maanden voor zijn dood in het buitenland omdat hij voor zijn leven vreesde. Terecht, zo bleek, toen hij één dag na terugkomst in Libanon door een autobom werd gedood.

Zijn dood viel samen met het verschijnen van het tweede onderzoeksrapport naar de moord op Hariri. Onmiddellijk gingen stemmen op om het internationale onderzoek naar Hariri uit te breiden en ook slachtoffers van de recente bomaanslagen in het onderzoek mee te nemen. Om een idee te geven van het niveau van de discussie indertijd: de Syrische president Assad wees deze oproep in een toespraak van de hand. “Waarom”, zo zei hij, “willen Libanezen toch altijd een internationaal onderzoek elke keer als er een hond op de straten van Beiroet sterft?”. In de Arabische wereld worden honden als onrein beschouwd en Assad’s opmerking werd dan ook door velen als een grote belediging gezien van zowel Gebran Tueni als van Rafiq Hariri.

De begrafenis vond plaats vlak voor kerst op 14 december en werd massaal bezocht. Als gevolg van deze moord en het gevoel dat met name christenen slachtoffer waren plus de vele geruchten die de ronde deden, waren de winkelcentra en bioscopen zo goed als leeg. Niemand durfde meer naar publieke plaatsen toe. Zeker vlak voor kerst was het een vreemd gezicht om op TV verlaten winkels te zien. Ook met Oud en Nieuw besloten veel Libanezen om het dit keer maar thuis te vieren in plaats van uit eten te gaan, iets wat men normaal gesproken bij voorkeur doet. Angstig en bibberend ging Libanon het nieuwe jaar in.

Mede door de aanslagen en de verslechtering van het politieke klimaat nam de spanning sterk toe. In steeds grotere mate vonden scherpe woordenwisselingen over en weer plaats. Beschuldigingen van landverraad, collaboratie met aartsvijand Israël enzovoort waren aan de orde van de dag. Nu zijn de Libanezen weliswaar een heetgebakerd volk, maar het liep de spuigaten uit. Door de vloed van steeds persoonlijker wordende aantijgingen werd het ook duidelijk dat de regering feitelijk niet zo heel veel voor elkaar kreeg.

Dit resulteerde al snel in teleurstelling onder de bevolking. Het optimisme van tijdens de verkiezingen verdampte door de politieke passiviteit. Ondanks dat premier Siniora door velen als zeer capabel werd beschouwd, kon men niet om de feiten heen, namelijk dat er verdraaid weinig werd besloten door de regering.

Ondanks de parlementaire meerderheid leek men verlamd en was men met name bezig om de boel bij elkaar te houden. Klaarblijkelijk kostte dit zoveel energie dat er weinig puf overbleef om de grote issues aan te pakken, zoals ontwapening van Hezbollah en Palestijnse groeperingen in Libanon conform de aangenomen VN resolutie, privatisering, de nieuwe begroting en het verkleinen van de torenhoge nationale schuld van ruim 35 miljard dollar, zo’n 250% van het bruto nationaal product. Ter vergelijking: in Europa is afgesproken dat dit percentage maximaal 60 % mag zijn, ruim vier keer zo laag. (is uit mijn hoofd, kan het gerust fout hebben)

Vandaar de oproep tot een Nationale Dialoog tussen alle leiders van de diverse politieke stromingen. In de vorm van Ronde Tafel gesprekken kwamen de leiders voor het eerst in maart 2006 bijeen om met elkaar over de grote onderwerpen te praten. Ondanks de scepsis in de straat, bleken de eerste bijeenkomsten verrassend succesvol. Zo kon men besluiten nemen over de ontwapening van de diverse Palestijnse milities die her en der in Libanon hun bases hebben. Ook werd besloten tot de afbakening van de grens met Syrië en tot het opzetten van diplomatieke betrekkingen met het buurland. Zelfs bleek een bereidheid te bestaan om te praten over het heikele punt van de ontwapening van Hezbollah.

Er volgden nog een aantal Ronde Tafel gesprekken die altijd werden gehouden in het centrum van Beiroet. Gezien de veiligheidsrisico’s werd steevast het gehele centrum afgezet, zeer tegen het zere been van de restaurants en winkels die daardoor hun omzet zagen teruglopen. Ook droegen de veiligheidsmaatregelen, hoe noodzakelijk ook, bij tot een beeld van onzekerheid en angst. Het centrum van Beiroet werd omgetoverd in een militaire vesting met tanks en checkpoints, iets wat niet direct een geruststellend gevoel gaf.

Ook werd wel opgemerkt dat de Ronde Tafel gesprekken het failliet betekenden van het parlement. Immers, alleen in de gekozen volksvertegenwoordiging zouden dergelijke belangrijke besluiten moeten worden genomen en niet in een ad hoc bijeenkomst waarbij mensen meer invloed hebben dan ze volgens de democratische spelregels zouden mogen hebben.

Het grootste probleem was echter de implementatie van alle besluiten, een bekend probleem in Libanon. De ‘straat’ moest het nog maar eens zien gebeuren en inderdaad, behalve veel praten kwam er niet veel terecht van alle mooie voornemens. Op zich is dat verbazingwekkend: hoe komt het toch dat de meerderheidsregering geen besluiten kan nemen? Het leek alsof men bang was dat de boel uit elkaar zou vallen als men daadwerkelijk gebruik zou maken van hun politieke overwicht om besluiten door te drukken.

Dit is op zich typerend voor Libanon. Je kunt als politieke stroming nog zoveel macht hebben, zonder medewerking van de andere partijen bereik je vrij weinig. Het wordt wel het principe van ‘geen winnaars en geen verliezers’ genoemd. In een constante aan verandering onderhevige omgeving zijn de opponenten van vandaag de vrienden van morgen en omgekeerd. Men gaat confrontatie maar beter uit de weg. Op zich is dit niet bevorderlijk een efficiënte besluitvorming maar men is dat zo gewend.

Dit geldt overigens niet alleen in de politiek, ook het dagelijkse leven staat hier bol van. Je kunt wel kwaad worden op iemand, maar dan altijd een beetje indirect. Dus, niet tegen de schilder zeggen: “Ben jij nu een schilder, hoe heb je er zo’n puinhoop van kunnen maken!”, maar “Hoe kan het toch dat die verf zo’n verschrikkelijke kleur heeft!”. Daarmee geef je de schilder de mogelijkheid om de schade te herstellen want ja, de verf was niet goed.

Afin, men nam besluiten over veel zaken die vooraf door velen voor onmogelijk werden gehouden. Sommige aspecten, zoals de ontwapening van Hezbollah, waren ook bespreekbaar en zo hobbelde men van het ene Ronde Tafel gesprek naar het volgende Ronde Tafel gesprek. Het werd april…mei…juni en toen was het ineens 12 juni het begin van de Juli Oorlog tussen Israël en Libanon.