Libanon Update

Google
 
Web libanon-update.blogspot.com

Overzicht van de gebeurtenissen in Libanon nadat Hezbollah twee Israëlische soldaten gevangen heeft genomen.

dinsdag, september 26, 2006

En ik maar denken dat Beiroet gevaarlijk is

Nee, dan Epe, de plaats waar ik ben opgegroeid:


"Omgeving Epe" is zelfs gevaarlijker dan Amsterdam want het telt één mogelijke ramp meer: Epe heeft kans op een grote overstroming terwijl Amsterdam hiervan verschoond blijft. Logisch ook gezien de ligging van beide plaatsen: waar Epe is omgeven door vele rivieren, zit je in Amsterdam juist hoog en droog!

En dan zijn de typisch lokale risico's in Epe als opdooi en paddentrek nog niet eens genoemd.

maandag, september 25, 2006

Recente geschiedenis Deel 2

Bij deze het vervolg op de recente geschiedenis van Libanon.

De massale demonstratie van 14 maart moest, zo was de verwachting, wel leiden tot een overtuigende overwinning bij de verkiezingen die voor mei gepland stonden. Wel was onduidelijk welk programma de oppositie voorstond. Anti-Syrië, zoveel was duidelijk. Maar verdere punten bleven onopgehelderd. Zo wilden sommigen dat president Lahoud moest aftreden, terwijl anderen daar laconieker in waren: wie moest hem immers opvolgen? Een strijd om de macht zou de fragiele eenheid wel eens verder kunnen afbreken.

En dus deden de Libanese politici waar ze goed in waren: veel daadkrachtige opmerkingen maken maar verzuimen dat in de praktijk gestalte te geven. Wel oproepen dat Lahoud onmiddellijk moest vertrekken, maar niet weten wie zijn plaats moest innemen. Wel zeggen dat het vanaf nu beter moet, maar de details schuldig blijven. Eisen dat het politieke systeem op de helling moet, maar het bij deze constatering dan laten.

Als buitenstaander heb ik natuurlijk gemakkelijk praten en het leveren van kritiek achteraf is al helemaal eenvoudig. Toch viel het me op dat de gemiddelde Libanees vrijwel verblind was door de revolutionaire ontwikkelingen: Syrië weg, mensen die openlijk oproepen dat Lahoud weg moest, wat een vrijheid opeens.

Voorheen werd het vertrek van Syrië als onmogelijk beschouwd en werd je gearresteerd als je de Libanese president beledigde. Nu zag je mensen openlijk op TV oproepen doen voor het aftreden van de president wegens wanbeleid. Ook werden massaal plaatjes en filmpjes via Internet en e-mail verspreid waarin de president of politici belachelijk werden gemaakt. Eerst gebeurde dit nog heel geheimzinnig uit angst voor arrestatie. Later viel deze schroom weg en kwam een ware lawine van spotprenten los. De euforie die hierbij ontstond, voorkwam wellicht het kritisch kijken naar de oppositie en haar politieke plannen. Misschien wel daarom werd alles wat de oppositie deed en vooral naliet te doen, hartelijk ontvangen door de meerderheid van het volk. Of ja, hartelijk. ‘Onverschillig’ is haast een beter woord: men had het te druk met vrolijk te zijn om zich met politici bezig te houden. Zij, op hun beurt, werden dan ook niet gedwongen door het volk om echt met antwoorden te komen.

Een bijkomende factor was de terugkeer van Michel Aoun. Deze voormalige christelijke generaal van het Libanese leger en later premier van het land was verbannen naar Frankrijk nadat hij een “bevrijdingsoorlog” tegen Syrië was begonnen in 1989 en later had verloren. Het is altijd een wat omstreden figuur geweest omdat hij als christen de positie van premier bezette. Velen beschouwen dit als illegaal omdat het ingaat tegen de grondwet van Libanon die voorschrijft dat de premier een soenniet dient te zijn. Ook zijn bevrijdingsoorlog wordt door velen als een onzinnige actie beschouwd omdat de kans op succes tegen het oppermachtige Syrische leger erg klein was. Het was meer een symbolische oorlog ter meerdere eer en glorie van Michel Aoun, maar wel eentje waarbij vele duizenden doden vielen.

Hoe het ook zij, door zijn anti-Syrië houding was hij erg populair onder de bevolking, met name bij de christenen. Ook zijn strijd tegen gewapende milities tijdens de burgeroorlog van Libanon, maakte hem populair onder de bevolking die de buik vol had van dergelijke gewapende bendes. Hij verwierf hiermee steun buiten de christelijke bevolking. Ook was hij als militair a-politiek in de zin dat hij het niet zo had op zichzelf verrijkende, zakkenvullende politici. Voorwaar een boodschap die er goed ingaat bij de gemiddelde kiezer.

Nadat Aoun de verzekering had gekregen van de openbare aanklager dat hem niets ten laste zou worden gelegd bij terugkeer, kwam hij begin mei 2005 weer terug in Libanon. Net op tijd voor de verkiezingen die in dezelfde maand werden gehouden. De geruchtenmachine draaide volop: waarom zou de pro-Syrische regering van Libanon een aartsvijand van Syrië toelaten en wel op dit cruciale moment? Was er wellicht achter de schermen een deal gesloten waarbij Aoun terug mocht komen als hij zijn anti-Syrië retoriek zou afzweren?

Voor zijn aanhangers was dit uiteraard allemaal onzin. De Generaal, zoals hij werd genoemd, zou wel eens eventjes korte metten maken met de huidige corrupte politieke bende en de nalatenschap van 30 jaar Syrisch bewind. Zijn aanwezigheid veroorzaakte onrust in het kamp van de oppositie: wat zou Aoun van plan zijn? In eerste instantie zocht hij toenadering tot de oppositieleiders die net als hem fel anti-Syrisch waren. Echter, onderhandelingen over de exacte invloed van Aoun na de verkiezingen liepen stuk.

Wat hieraan ongetwijfeld heeft bijgedragen is dat hij niet inzag dat Libanon veranderd was in de paar weken na de moord op Hariri. Zo voelden velen dat deze gebeurtenis het proces in werking had gezet dat leidde tot het vertrek van Syrië. Echter, zo ongeveer het eerste wat Aoun zei bij terugkomst in Libanon was dat hij himself eigenhandig de Syriërs het land uit had gezet. In de ogen van veel Libanezen deed hij met deze en soortgelijke uitspraken afbreuk aan de nalatenschap van Hariri en dit werd hem niet in dank afgenomen. Velen vonden dat Aoun met de eer ging strijken voor wat betreft het verdrijven van het Syrische regime terwijl dit juist door de Libanezen was bereikt die waren gebleven en die te lijden hadden onder de Syrische aanwezigheid. Schamper werd herinnerd aan het luxueuze leven dat Aoun de afgelopen 15 jaar in Parijs had geleid.

Ook was hij voorstander van het aanblijven van president Lahoud en dat in een tijd waarin vrijwel de gehele oppositie juist Lahoud’s aftreden eiste. Aoun, die zijn presidentsambities niet onder stoelen of banken stak, wilde de waardigheid van het ambt veilig stellen. Het voortijdige ontslag van Lahoud zou hieraan af doen.

Toch, Aoun bracht een aantal punten naar voren die moeilijk konden worden ontkend. Het belangrijkste punt was wel de verkiezingswet. In de euforie die ontstond na het vertrek van Syrië was er één punt dat hoog op de agenda stond: de aanpassing van de verkiezingswet zodat pro-Syrische politici niet meer onevenredig voordeel zouden hebben uit de grootte en geografische compositie van de verschillende kiesdistricten. Van alle kanten riep men op om nu een eerlijke verkiezingswet in te voeren.

Alhoewel de oppositie als dusdanig werd aangeduid, zat het merendeel van de oppositie gewoon in het parlement. Daardoor had men kunnen werken aan het vormen van een coalitie van de pro-Syrische partijen in het parlement om zodoende tot overeenstemming te komen. Maar toen puntje bij paaltje kwam, bleek dat de Druzen en soennieten het eigenlijk wel eens waren met de sjiieten en veranderde er niets. Aoun stelde herhaaldelijk dat hieruit bleek hoe intern verrot het politieke klimaat was.

Geruchten over achterkamertjesoverleg staken de kop op, waarbij zou zijn besproken dat Druzenleider Jumblatt de verlenging van Nabih Berri, de voorzitter van het parlement, zou steunen in ruil voor steun aan de Druzenpartij. Ook werden tijdens de verkiezingen diverse gezamenlijke lijsten gesloten tussen Hezbollah (pro-Syrië) en anti-Syrische politici. Men gaf graag zijn idealen op voor een zeteltje meer.

Wat opviel was dat de christenen vrijwel volledig buiten spel werden gezet in de vormign van coalities, Aoun incluis. Als gevolg voerde Aoun met name campagne tegen andere christenen. Met veel succes: hij veroverde 21 van de 58 zetels in het meest christelijke verkiezingsdistrict van Libanon. Bedenk dat van de 58 zetels er ruim 20 naar niet-christenen gaan en de overwinning wordt nog indrukwekkender.

Zijn succes was zelfs zo groot dat de anti-Syrië partijen onder leiding van de zoon van de vermoorde Hariri niet de tweederde meerderheid van de parlementzetels behaalden. Dit is een belangrijke grens in verband met het overrulen van de president: de president kan een aangenomen wetsontwerp terugsturen naar het parlement maar als het voorstel dan opnieuw wordt aangenomen en wel met tenminste 2/3 deel van de stemmen, moet de president de wet accepteren. Hadden de anti-Syrische partijen een dergelijke meerderheid gehad, dan was feitelijk de president buiten spel komen te staan.

Aoun was erg populair, maar wat ook heeft bijgedragen aan zijn succes was het gebrek aan eenheid tussen soennieten, Druzen en christenen. Bij gebrek aan overeenstemming over een gezamenlijke agenda viel iedereen weer terug in zijn eigen sektarische identiteit. De sluwe vos Jumblatt koste het weinig moeite om de onervaren zoon van Hariri, Saad Hariri, om zijn vingers te winden. Voeg daarbij het eeuwenlange wantrouwen tussen christenen en Druzen, nog eens gevoed door gruwelijke moordpartijen over en weer tijdens de burgeroorlog, en het resultaat was dat de christenen handig buiten spel waren gezet.

Een bijkomend aspect was een serie van bomaanslagen in christelijke wijken voorafgaand aan de verkiezingen. Het resulteerde in voornamelijk materiële schade, maar de angst zat er goed in. Aoun speelde hier handig op in door na elke aanslag te verklaren dat de regering niet in staat was om de gewone burger te beschermen. Een sterke man, zoals Generaal Michel Aoun, zou hierin verandering brengen, aldus sterke man Aoun.

Achteraf gezien is hiermee een historische mogelijkheid om daadwerkelijk verandering door te voeren onbenut gebleven. Politieke commentatoren schreven indertijd dat Jumblatt door deze acties zichzelf had versterkt maar het land had verzwakt. Maar goed, op zich is dat niets nieuws voor een Libanese politicus. Er zijn maar weinigen die kunnen worden beschouwd als een politicus voor alle Libanezen. Rafik Hariri was er zo één, daar is men het wel over eens. Jumblatt is dat niet, ook daar zijn de Libanezen het wel over eens.

De uitkomst van de verkiezingen moet schokkend zijn geweest voor degenen die op verandering hadden gehoopt: voormalige militieleiders Jumblatt en Berri nog steeds in het centrum van de macht, aangevuld met Michel Aoun, ook al zo’n bloeddorstige vechtersbaas uit de burgeroorlog.


Tot zover het tweede deel van de recente geschiedenis van Libanon. Deel drie komt hopelijk binnenkort als ik wat meer tijd heb.

donderdag, september 21, 2006

Terug uit Damascus

Zo, weer terug van Damascus, Syrië. Zoals altijd, een prettig bezoek. Syrië en Libanon lijken in feite erg op elkaar, zeker voor wat betreft zaken als gastvrijheid, hartelijkheid en lekker eten. De beste shoarma bijvoorbeeld kun je vinden in Damascus. En ik weet, Nederlandse lezers zullen nu luid uitroepen dat hun Sjonnie’s Kwalitaria van hiernaast ook echt, heus, een waanzinnig lekkere shoarma schotel heeft, maar hierover is geen discussie mogelijk:-) Na je eerste hap in een Syrische shoarma sandwich ben je verkocht. Mijn favoriet is de kipshoarma met knoflook. En dan niet de drabberige witte saus die in Nederland voor knoflooksaus moet doorgaan, maar de echte saus zoals ze die hier hebben: versgeperste knoflook die samen met wat water tot een saus wordt gemaakt. Erg scherp en oh-zo lekker.

Opvallend nieuws (voor mij althans): tijdens de oorlog werden de Libanezen die naar Syrië vluchten, uitstekend opgevangen. Volgens verhalen die ik hoorde stonden bij de grens Syriërs klaar om Libanezen op te vangen die geen bestemming hadden. Gewoon, hun eigen huis openstellen voor volkomen vreemden. Klasse, zoveel is duidelijk. Wat ook opvalt, maar dan negatief, is dat dit soort nieuws vrijwel niet door de Libanese media is gebracht, althans, ik had dit verhaal nog nauwelijks gehoord. Jammer dat men soms verblind kan zijn door politieke gevoelens dat men alleen kan zien wat in het eigen beeld past. Alles wat daar aan af doet, wordt genegeerd. Het geeft aan dat je niet alles moet geloven wat er gedrukt staat, zeker niet in de Arabische wereld.

Ook (een beetje) opvallend: ik las verhalen dat Hezbollah erg populair is in Syrië en dat veel auto’s posters van hem op de achterruit hadden .Nou, daar was weinig van te zien. Slechts een paar minibussen die als taxi fungeren hadden posters van Sayyed Nasrallah samen met president Assad op de achterruit, maar dat waren uitzonderingen. Ook las ik een verhaal dat Syriërs beltonen had van Hezbollah’s strijdliederen of ook van soundbytes uit toespraken van Sayyed Hassan Nasrallah. Zelfs christelijke Syriërs zouden dergelijke beltonen hebben. Bij navraag werd hier hartelijk om gelachen: tamelijk ondenkbaar dat christelijke Syriërs dit zouden doen, aldus mijn moslim vrienden in Damascus.

maandag, september 18, 2006

...maar politiek is niet alles

Het is een paar dagen later geworden dan beloofd. Ik kreeg vrijdagmiddag een e-mail vanuit Dubai of ik een offerte kon opstellen, deadline maandagochtend. Libanon is het enige land in de Arabische wereld dat het weekend op zaterdag/zondag heeft, andere landen hebben donderdag/vrijdag of vrijdag/zaterdag weekend. Dus het komt nogal eens voor dat je in het weekend moet werken.

Overigens, de titel van dit stukje en het vorige artikel is een titel van een boek van theoloog H.M. Kuitert die voorstander is van een volledige scheiding tussen politiek en religie. Dit concept, hoe mooi ook, is zo goed als onbekend in de Arabische wereld.

Maar goed, het politieke landschap dus. Eerder werd al opgemerkt dat de politieke situatie in Libanon vreemd moet overkomen op buitenstaanders: de regeringspartijen zijn tegen de president, het hoofd van de regering. De oppositiepartijen zijn juist wel voor de president. En om het helemaal fraai te maken hebben we nog Hezbollah die deelneemt aan de regering, maar steeds vaker de regering oproept dat zij moet aftreden.

Het laatste is een schoolvoorbeeld van hoe politieke dualiteit vorm kan krijgen. Kom daar maar eens om in Nederland waarbij kamerleden hun ministers feitelijk dwingen tot aftreden, zie recent nog het voorbeeld met D66. Maar het maakt de Libanese situatie er niet helderder op.

Om inzicht te krijgen in het hoe en wat in politiek Libanon, is het handig om een overkoepelend thema te kiezen, zeg maar een leidmotief om vanuit deze invalshoek de recente situatie in Libanon te duiden. Zoals altijd met het beschrijven van geschiedenis, is er een ruime keus voor handen. Bijvoorbeeld de relatie tussen soennieten en sjiieten, de afbrokkelende positie van de christenen, of de geopolitieke situatie in het Midden-Oosten, enzovoort. Vele mogelijkheden, derhalve.

In dit kleine betoog zal ik Libanon bezien door het prisma van de relatie tussen Libanon en Syrië. Niet omdat dit per se de beste beschrijving zal opleveren, maar eerder gedwongen door mijn geringe kennis van zaken. Ik probeer uiteraard zo neutraal mogelijk te zijn, maar ik ben geen journalist of anderszins een professional voor het brengen van nieuws. Bij voorbaat derhalve mijn excuses voor fouten en onjuistheden die ongetwijfeld aanwezig zullen zijn.

Om het huidige politieke krachtenveld beter te begrijpen moeten we terug in de tijd en wel naar najaar 2004, het jaar waarin de ambtstermijn van president Emile Lahoud afliep en een opvolger moest worden gekozen door het parlement. De maanden voorafgaand aan het verstrijken van zijn termijn werd er druk gemanoeuvreerd door de potentiële kandidaten voor het presidentschap. In Libanon moet de president per definitie een maroniet zijn en dat betekent weer dat het hoofd van de maronitische kerk in Libanon een grote invloed heeft over wie Lahoud zou moeten opvolgen. De scheiding tussen kerk en staat is zo goed als afwezig in Libanon. Het is altijd interessant om te zien hoe de politici op audiëntie gaan bij de diverse religieuze leiders.

Over één zaak waren de meeste maronieten het wel eens: de nieuwe president zou zich onafhankelijker moeten opstellen tegenover buurland Syrië. In het bijzonder de geestelijke leider van de maronieten, patriarch Sfeir, heeft zich altijd fel verzet tegen de dominantie van Syrië. Sinds 1976 waren er Syrische troepen in Libanon en ze hebben in bijna 30 jaar ruime mogelijkheden gekregen om de feitelijke macht over te nemen. Veel Libanezen voelden dat ze slechts een Syrische provincie waren omdat alle belangrijke besluiten pas konden worden genomen na instemming vanuit Damascus. Lahoud werd door velen gezien als een zetbaas van het Syrische regime en een minder slaafse houding was zeer gewenst, aldus de inner circles van de maronitische gemeenschap.

Toen bleek dat Syrië van plan was om het mandaat van Lahoud te verlengen, waren velen dan ook zeer verontrust. Niet alleen de maronieten overigens. Ook de soennieten waren in alle staten. De premier van Libanon dient een soenniet te zijn en de post werd indertijd bezet door Rafiq Hariri. Deze soennitische zakenman heeft vrijwel eigenhandig Libanon weer opgebouwd vanuit de puinhopen veroorzaakt door de Libanese burgeroorlog die duurde van 1975 tot 1990. Echter, tussen Hariri en Lahoud boterde het niet en Hariri keek reikhalzend uit naar het moment dat Lahoud van het politieke toneel zou verdwijnen.

Het initiatief van Syrië viel derhalve niet goed bij zowel de maronieten als de soennieten. Ook de Druzen gemeenschap onder leiding van Walid Jumblatt was tegen de verlenging van Lahoud, mede omdat de vader van Walid Jumblatt, Kamal Jumblatt, tijdens de burgeroorlog is vermoord, waarschijnlijk op instigatie van Syrië. Vandaar dat Jumblatt Junior het niet zo had op de Syriërs. Hezbollah was zo ongeveer de enige groepering die voor de verlenging van Lahoud was aangezien men altijd veel steun kreeg vanuit Syrië en men Lahoud wel zag zitten: hij was een president die ondanks zijn christelijke afkomst, zich pro-Arabisch opstelde.

De kwestie van de verlenging van de presidentiële ambtstermijn kreeg internationaal de aandacht en dit leidde tot een resolutie van de Verenigde Naties waarin werd opgeroepen om de democratische spelregels na te leven en niet ad-hoc wetgeving te creëren om de verlenging mogelijk te maken. Hiervoor was namelijk een aanpassing van de grondwet nodig en de VN ziet liever niet presidenten die grondwetten aan de kant schuiven op het moment dat de macht hen goed smaakt.

Nu ja, geen probleem zou je zeggen: met zoveel tegenstand in Libanon tegen de verlenging zal het wetsvoorstel om de grondwet aan te passen er nooit doorheen komen. Maar nee, niets is wat het lijkt en ondanks heftige bezwaren vooraf van vele politici stemden de meesten toch braaf voor de verlenging. Alleen Jumblatt en enkele onafhankelijke christelijke kamerleden stemden tegen. De overigen, waaronder ook de partij van Rafiq Hariri, hadden niet de moed om tegen de wil van Syrië in te gaan. Het geeft aan hoe sterk de greep van Syrië indertijd was op Libanon. Opvallend was wel dat Hariri kort daarop besloot om zijn positie op te geven (of, al naar gelang je politieke voorkeuren, daartoe werd gedwongen door de president die hem ontsloeg) ten faveure van Omar Karami, een pro-Syrische politicus

Toch, ondanks de verlenging van Lahoud was de geest uit de fles. Met uitzondering van de sjiieten, raakten de meeste Libanezen er steeds meer van overtuigd dat het de hoogste tijd was dat Syrië na bijna 30 jaar het land moest verlaten. Men had het wel gehad met de vele checkpoints waar ze onbeschoft werden behandeld door Syrische soldaten en het feit alleen al dat een buitenlandse soldaat kan bepalen of je wel of niet mag doorrijden, werd ineens teveel. Voorheen berustte men in de situatie die schijnbaar onveranderbaar was. Nu had men plotsklaps het gevoel dat het wel degelijk mogelijk was om de Syrische aanwezigheid (bezetters in de ogen van velen) te beëindigen of althans te verminderen.

Het was erg interessant om deze omslag mee te maken. Misschien is het wel te vergelijken met de val van de Muur toen ook ineens vele Oost-Duitsers zich afkeerden van het regime dat ze tot aan dat moment juist hartstochtelijk hadden ondersteund. In Libanon was het een langzaam maar onafwendbaar proces: voorheen werd nauwelijks over politiek gepraat, tenzij in het gezelschap van vrienden en familie die dezelfde mening hadden, maar ineens werd er meer openlijk over politiek gepraat.

Ruwweg ontstonden er twee kampen: een kamp dat voor het vertrek van Syrië was bestaande uit christenen, soennieten en Druzen; en een kamp dat geen bezwaren had tegen Syrische aanwezigheid in Libanon, bestaande uit met name de sjiieten aangevuld met enkele individuele christenen en moslims. De situatie in het land werd verder op scherp gezet door een mislukte bomaanslag in november 2004 op de Druzen minister Marwan Hamade, de tweede man in de Druzen gemeenschap na Druzenleider Walid Jumblatt, een uitgesproken tegenstander van de Syrische aanwezigheid.

In het voorjaar 2005 waren landelijke verkiezingen gepland en in de aanloop daar naar toe spraken met name de anti-Syrië kandidaten zich fel uit tegen Syrië en tegen de president Lahoud. De emoties die toch al gespannen waren, werden nog verder aangewakkerd door de nodige verkiezingsretoriek. De pro-Syrië kandidaten lieten zich ook niet onbetuigd en beschuldigden hun opponenten van heulen met aartsvijand Amerika of zelfs met Israël.

Een dieptepunt werd bereikt op 14 februari 2005 toen ex-premier Rafiq Hariri bij een bomaanslag om het leven kwam samen met meer dan 20 anderen. Hoewel er geen bewijzen waren, wezen de meeste Libanezen naar Syrië als dader van deze moord. De begrafenis was massaal en het viel vele waarnemers op dat ook vele christenen en Druzen meeliepen in de stoet.

Wellicht dat dit ook voor een deel de motivatie was voor de moord. Hariri was, in aanloop naar de verkiezingen, bezig om een sterke coalitie te vormen van soennieten, christenen en Druzen. Dit werd als bedreigend ervaren door het Syrische regime dat het moest hebben van een verdeel-en-heers politiek. Door vrijwel alle politieke analisten werd hem een grote overwinning voorspeld en hoewel hij zich altijd loyaal heeft betuigd aan Syrië, waren er toch twijfels gerezen over zijn huidige houding. Met name het opgeven van zijn positie na het verlengen van de presidentstermijn, kon gemakkelijk als een koersverandering worden opgevat.

Hoe het ook zij, de moord op Hariri leidde tot een permanente demonstratie op het Plein van de Martelaren in het centrum van Beiroet, vlakbij het parlementsgebouw. De demonstranten bestonden uit een opmerkelijke mix van alle religies en stromingen die door de tragedie waren verenigd. Onderlinge verschillen werden opzij gezet onder de slogan dat men de Waarheid (Arabisch: haqiqa) wilde weten. Een ongekende verbroedering vond plaats in de tenten op het Plein. Druzen zaten tot diep in de nacht te discussiëren met voormalige aartsvijand de christenen terwijl soennieten om tafel zaten met Hezbollah aanhangers. Men richtte een permanent kampement zodat het een echte 24/7 demonstratie werd. [amusant detail: er werd een kampwacht ingesteld die erop moest toezien dat men gescheiden sliep. Ook alcohol werd verboden. Dit om geruchten te voorkomen dat het kamp ruimte bood aan allerlei uitspattingen]

Het werd spannend toen president Lahoud de demonstranten na een week of twee opriep om het kampement af te breken. De oproep kwam op zondagmiddag en hield in dat voor maandagochtend 6 uur het kampement weg moest zijn; anders zou het leger ingrijpen. In reactie daarop verschenen parlementsleden voor de televisie om iedereen op te roepen juist nú naar het Plein van de Martelaren te gaan om zoveel mogelijk mensen bij elkaar te krijgen. Als inspiratiebron gold onder meer de Oranjerevolutie in de Oekraïne die recentelijk was afgelopen waarbij de burgers middels demonstraties voor elkaar hadden gekregen dat de president moest opstappen. Men hoopte dit succes te kunnen herhalen.

Maar ook sombere vergelijkingen werden gemaakt, namelijk die met het Plein van de Hemelse Vrede, waarbij het Chinese leger voor het oog van de wereld op gewelddadige wijze een vreedzaam protest neersloeg. De geschiedenis zou zich toch niet herhalen in Beiroet?

De oproep van de politici had een groot effect: de hele avond stroomden mensen naar het Plein toe, er was live muziek, voedsel en water werden gratis uitgedeeld, kortom de sfeer was goed.

De demonstratie werd live uitgezonden op diverse Libanese TV stations. Ook CNN en de BBC waren aanwezig met een camera. Mocht China zich herhalen, dan opnieuw voor het oog van de wereld. De Libanese stations begonnen in de loop van zondagmiddag met uitzenden en hielden dat de hele nacht vol tot de volgende avond: meer dan 30 uur live uitzending vanuit één plek, dat zou wel eens een record kunnen zijn.

De volgende middag (maandag) was een parlementssessie gepland waarin de demonstratie zou worden besproken. Deze sessie werd ook live uitgezonden op TV, waardoor je op de ene helft van je scherm een politicus zag en op de andere helft de reacties van de demonstranten: applaus voor de medestanders en oorstriemend gefluit voor de tegenstanders. Wegens de nabijheid van het parlementsgebouw konden de politici direct de reacties op hun woorden horen.

Aan het einde van een lange sessie, nam premier Omar Karami het woord. Op een onverhoeds moment in zijn rede, die tot dan toe rustig voortkabbelde, zei hij dat hij zijn positie ter beschikking stelde aan de president…even was het stil op het Plein en toen een oorverdovend gejuich. Voor het eerst in de recente geschiedenis van de Arabische wereld werd een politiek leider van een land tot aftreden gedwongen onder vreedzame druk van de straat: de Cederrevolutie was een feit.

Er brak een periode van euforie aan waarbij Libanezen het gevoel kregen dat er daadwerkelijk veranderingen aan zaten te komen: De pro-Syrische premier Karami was weg, nu nog het Syrische leger. Ook wilde men allerlei politieke veranderingen doorvoeren, een einde maken aan de corruptie en de bezem halen door de staatsinstituties. Toch, ondanks al het optimisme onder de demonstranten, was het gewone volk voorzichtiger. Het was opvallend hoe rustig de straten waren in deze periode. Natuurlijk, zowel de begrafenis van Hariri van twee weken eerder als de demonstraties op het Plein van de Martelaren werden goed bezocht. Maar meer nog dan dat viel het op dat veel mensen negatief waren over de toekomst: Syrië zou toch nooit weggaan en men was bang dat de situatie elk moment kon exploderen.

Vandaar de lege straten ’s avonds doordat mensen thuisbleven om de hele avond het laatste nieuws te volgen. Ook dat was opvallend: de Libanese TV is meestal erg goed in stompzinnige shows met veel dans en muziek, maar in die periode blonk men uit in politieke praatprogramma’s die avond aan avond werden uitgezonden. Natuurlijk, men vertoonde geen amusement net na de moord op Hariri, maar het was indrukwekkend om te zien hoe serieus de Libanezen ook kunnen zijn.

In mijn herinnering is deze hele periode erg chaotisch verlopen. Elke dag was er meer nieuws waardoor de wereld van de Libanezen voor de zoveelste keer op de kop stond. Zo kwam er ineens het gerucht dat de Syriërs zouden vertrekken. Was het waar, was het een zoveelste gerucht? Later kwam er een vervolggerucht dat de Syrische president Assad een toespraak zou geven in het Syrische parlement om te bevestigen dat de troepen zich zouden terugtrekken.

“Eerst zien, dan geloven”, was de reacties van vele Libanezen en dus zat iedereen voor de buis gekluisterd toen Assad zijn speech gaf. En jawel: de Syrische troepen zouden binnenkort vertrekken. Voorspelbare reacties onder de Libanezen die ervan uitgingen dat “binnenkort” wel eens een lange tijd zou kunnen beslaan. Maar nee, tot ieders verbazing verlieten de Syrische soldaten Libanon in een zeer snel tempo.

Op 8 maart 2005, nauwelijks een maand na de moord op Hariri, organiseerde Hezbollah een Goodbye Party om het buurland te bedanken voor alle inzet en offers die men had gebracht voor de vrede in Libanon. De opkomst werd geschat op een half miljoen mensen. Reken het uit op een totale bevolking van 4 miljoen en het was duidelijk dat dit een zeer grote demonstratie was. Naar Nederlandse begrippen zouden dit meer dan 2 miljoen (!) mensen op het Malieveld zijn.

De geïsoleerde positie die Hezbollah innam in het politieke landschap van Libanon werd door de demonstratie versterkt omdat vrijwel alleen sjiieten aanwezig waren en omdat de meeste Libanezen geen behoefte hadden om de Syrische troepen te bedanken voor bewezen diensten. Integendeel, men was blij dat ze weg waren. Toch werd voor velen duidelijk dat Hezbollah een politieke partij was om serieus rekening mee te houden, mede gezien de aanstaande verkiezingen.

In reactie hierop organiseerden de overige politieke partijen een tegendemonstratie een week later: op 14 maart 2006 verzamelden zich ruim een miljoen mensen in het centrum van Beiroet. In Nederlandse begrippen: vind maar eens een veld waarop je 4 miljoen mensen kwijt kunt! Het schijnt de grootste demonstratie ooit te zijn in de (Arabische) wereld met meer dan een kwart van de bevolking die deelnam.

Wat bijdroeg aan het gevoel van Power to the People was dat het leger was ingezet om de demonstratie tegen te houden. Maar gezien de overweldigende massa, gaf de opperbevelhebber zijn troepen orders om de menigte niet te hinderen. Dit gaf verbluffende beelden te zien, alles uiteraard live in de huiskamers gebracht . Zo zag je soldaten bij een wegversperring het prikkeldraad omhoog houden om de mensen door te laten. Of je zag ze een alternatieve route wijzen. Het droeg bij aan de verdere ondermijning van het gezag van de president. Het waren immers zijn orders die zo openlijk werden genegeerd.

Na afloop van de demonstratie was de Libanese politiek twee begrippen rijker: De 8-Maart Beweging (pro-Syrië) en de 14-Maart Beweging (anti-Syrië). Van de eenheid die zo hartstochtelijk werd beleden in het kampement amper een paar weken geleden was helaas al niets meer over.

Tot zover het eerste deel van de recente geschiedenis van Libanon. Vanavond vertrek ik naar Damascus voor werk en ben donderdag weer terug. Hopelijk komt het vervolg op donderdag of vrijdag, anders even meer geduld tot na het weekend.

woensdag, september 13, 2006

Alles is politiek...

De afgelopen dagen zijn de emoties in politiek Libanon hoog opgelopen. De oppositie roept om het aftreden van de regering maar ze steunen de president, terwijl de regeringsgezinden roepen om het aftreden van de president. Om het nog chaotischer te maken, heb je Hezbollah die in de regering zit maar toch om het aftreden van dezelfde regering vraagt.

Hoe zit dat allemaal? Om het politieke landschap in Libanon te begrijpen is eerst een uitleg nodig over politieke partijen en het kiesstelsel. Beide verschillen nogal van de Nederlandse situatie en waarbij de Nederlandse politieke inrichting nog vrij overzichtelijk is, moet meer moeite worden gedaan om de Libanese brei te ontwarren.

Om met het kiesstelsel te beginnen, elke vier jaar worden landelijke verkiezingen gehouden in Libanon. Burgers kunnen dan stemmen op wie er in de Tweede Kamer van Libanon komt. Alleen, in tegenstelling tot Nederland, kiest men hier per kiesdistrict. Elk kiesdistrict kan een aantal parlementariërs leveren en men stemt dus op lokale politici die jouw streek vertegenwoordigen. Een beetje te vergelijken met het systeem in Amerika waar je per staat stemt. In tegenstelling tot Amerika waar elke staat slechts twee vertegenwoordigers levert aan de “Tweede Kamer” van Amerika, zijn de Libanese kiesdistricten verschillend in omvang: een groot district levert meer politici dan een klein district.

Tot zover is alles nog redelijk te volgen. Wat het moeilijk maakt is het religieuze aspect van de politieke verkiezingen. De Libanese Tweede Kamer is opgedeeld naar religies, waarbij elke religie een vast aantal zetels heeft toebedeeld gekregen. De verkiezingen gaan er over welke christenen, moslims, enzovoort in de Kamer komen, maar niet hoeveel christenen, moslims enzovoort. Immers, het aantal staat al vast. Dit is gedaan om de sektarische balans te waarborgen.

In combinatie met de kiesdistricten levert dit de situatie op waarbij elk kiesdistrict een aantal politici kiest, waarbij de religieuze verdeling al van te voren vast staat. Dus, district A kiest 3 maronieten, 2 protestanten en 1 soenniet, terwijl district B bijvoorbeeld 1 maroniet, 1 Druzen politicus en 4 sjiietische kamerleden kiest. Dit zijn fictieve getallen, waarmee ik probeer aan te geven dat de samenstelling verschilt per kiesdistrict al naar gelang de bevolking in dat district: woon je in een christelijk gebied dan kun je meer christelijke vertegenwoordigers kiezen, en omgekeerd als je in een voornamelijk moslim gebied woont.

Het aantal stemmen dat je uitbrengt is gelijk aan het totale aantal vertegenwoordigers van jouw district. Woon je in district A, dan kun je dus 3+2+1=6 stemmen uitbrengen. Echter, je moet hierbij wel de religies in acht nemen. Dus, je kunt 3 stemmen uitbrengen op maronitische kandidaten, twee stemmen op protestante politici en 1 stem op een soennitische kandidaat.

Dit systeem is nogal ingewikkeld, maar het heeft een groot voordeel: stel je bent de soennitische kandidaat in district A, dan zullen de meeste stemmen afkomstig zijn van niet-soennieten. Dit betekent dat je je gematigd moet opstellen omdat je anders hun stemmen wel kunt vergeten. Omgekeerd, als maroniet in district A kun je een aantal extra stemmen krijgen als je rekening houdt met de soennitische stemmers in je district.

De geografische afbakening van elk kiesdistrict kan direct gevolgen hebben voor de kansen van de kandidaten. Vandaar dat dit bij elke verkiezing weer felle discussies oplevert. De zittende regering wil meestal graag de grenzen van de districten in hun voordeel aanpassen, bijvoorbeeld door het kiesdistrict van een belangrijke christelijke oppositiekandidaat zodanig aan te passen dat niet-christenen worden toegevoegd om daarmee de kans op succes voor de christen te verkleinen. Zodra dit gebeurt, schreeuwt de oppositie moord en brand, om hetzelfde te doen mochten zij de verkiezingen winnen. Het zou zuiverder zijn om de grenzen ééns en voor altijd vast te stellen, maar dat zal wel een illusie blijven.

Naast de grenzen van de kiesdistricten is er ook veel discussie over de grootte van de districten. Hoe kleiner de districten, hoe meer kansen voor de lokale politici. Stel je maar eens in Nederland de situatie voor dat elke gemeente een politicus kan aanleveren aan de Tweede Kamer. Grote kans dat de lokale partijen dan goede zaken zullen doen. Maar omdat je in Nederland voor het hele land kiest, zul je als Maastrichtenaar niet zo snel voor Leefbaar Groningen stemmen.

Hetzelfde geldt in Libanon. Doordat de kiesdistricten relatief klein zijn, krijgen lokale politic een grote kans. Het is de vraag of dit een goede zaak is, maar het sluit wel aan bij het gebrekkige nationaliteitsgevoel van de gemiddelde Libanees. Men hoort vooraleerst bij een familie, dan bij een dorp, dan bij een streek, uiteraard hoort men bij een religie en oh ja, men is ook nog Libanees.

Doordat de landelijke politiek feitelijk op microniveau wordt bepaald, heeft dit direct gevolgen voor het stelsel van politieke partijen: die zijn er nauwelijks. Je hebt wel een aantal politieke partijen, zoals Hezbollah (sjiieten) of de falangisten (maronieten), maar in Libanon moet je veeleer van politieke stromingen spreken. Als politicus hoor je bijvoorbeeld bij de stroming rondom Saad Hariri (de zoon van de vermoorde premier Rafiq Hariri) of de groepering rondom Michel Aoun (christelijke oppositieleider).

De burger die gaat kiezen, kan derhalve niet echt op één partij stemmen. Dat zou ook lastig worden omdat je in ons fictieve voorbeeld in district A 3 maronieten moet selecteren uit alle maronitische kandidaten, 2 protestanten en 1 soenniet, en de meeste partijen zijn juist georganiseerd rondom religie.

Bijkomend aspect is dat je niet stemt zoals in Nederland waarbij je je selectie kunt aankruisen of intoetsen op een lijst met alle kandidaten. Men kent geen stembiljetten in Libanon: je moet de namen van jouw keuze op een papiertje schrijven en dat papiertje in de stembus doen. Bij voorkeur dien je een beetje duidelijk te schrijven zodat de telcommissie je handschrift kunt lezen, maar je bent vrij in het materiaal. Meestal gebruikt men gewoon papier, maar je hebt er natuurlijk grapjassen bij die bijvoorbeeld WC-papier gebruiken als indicatie van hun waardering voor de politici. Het kan allemaal, zolang het maar leesbaar is.

Het opschrijven van 6 namen is al een klus en bedenk dat in de afgelopen verkiezingen het aantal kandidaten van Brigitte’s regio bijvoorbeeld al 15 bedroeg. Ga dat maar eens allemaal opschrijven! Gelukkig kent men in Libanon politici die met de burgers meedenken en ze maken voorgedrukte lijsten: Een kant-en-klaar, vooraf ingevuld stembiljet. Het enige wat de burger hoeft te doen is het te deponeren in de stembus. Makkelijker kan niet!

Uiteraard vergen dergelijke lijsten uitgebreide coalitiebesprekingen om te bepalen wie er op welk lijstje komt te staan. Dat is van groot belang want stel je bent een soennitische kandidaat in ons fictieve district A, dan is het cruciaal om je aan te sluiten bij de maronitische groepering die de meeste stemmen krijgt. Kom je op hun lijst te staan, dan lift je mee op hun succes. De meeste stemmers gooien het stembiljet integraal in de stembus zonder wijzigingen aan te brengen. Voorafgaand aan de verkiezingen, delen de diverse coalities hun vooraf ingevulde stembiljetten uit aan de kiezers. Sommige politici doen dit bij voorkeur tijdens een gratis lunch of diner waar ze hun potentiële kiezers van hun dorp graag voor uitnodigen. Ja, de Libanese politicus stelt prijs op een goed contact met de burger!

Je bent overigens volkomen vrij om wijzingen te maken op een vooraf ingevuld stembiljet. Maar de meeste mensen zijn daar te lui of te ongeïnteresseerd voor. Ook maakt men het zo moeilijk mogelijk door de lijsten precies groot genoeg te maken zodat je haast niet een naam kan doorstrepen en een andere naam kunt toevoegen. Als je dat wilt, dan zul je zelf een nieuw lijstje moeten maken.

Morgen (of overmorgen, pin me er alsjeblieft niet op vast) meer informatie over het politieke landschap in democratisch Libanon.

maandag, september 11, 2006

Lunch en politiek

De lunch die we gisteren gaven voor zo’n 50 gasten was, in alle bescheidenheid, een groot succes. Met name omdat iedereen die we hadden uitgenodigd, kwam opdagen en dat is redelijk zeldzaam in Libanon. Een aantal gasten waren verhinderd omdat ze in het ziekenhuis lagen of naar een begrafenis moesten van directe familie, maar voor de rest was iedereen aanwezig.

Zeldzaam, omdat het niet ongebruikelijk is in Libanon om op het laatste moment af te zeggen of gewoon überhaupt niet komen. Vrijheid blijheid. Op zich wel gemakkelijk als jij degene bent die verzaakt, maar knap lastig soms als je degene bent die de ander verwacht. In het begin had ik er moeite mee om te begrijpen wanneer een “ja leuk, natuurlijk kom ik!” echt gemeend was en wanneer het een loze belofte bleek te zijn.

Na een tijdje krijg je er wel handigheid in. Sleutelwoord is de Arabische uitdrukking ‘enshallah’, wat zoveel betekent als ‘indien God het wil’. Als je een kennis uitnodigt en die zegt ‘natuurlijk kom ik, enshallah’, ga er dan maar vanuit dat God het niet wil:-) Dat hangt ook weer van de persoon af. Sommige mensen zijn wat religieuzer dan de ander en zeggen overal enshallah bij terwijl anderen het gebruiken als indicatie dat ze hoogstwaarschijnlijk niet aanwezig zullen zijn.

Persoonlijk vind ik dit allemaal hoogst vermakelijk maar genoeg buitenlanders die helemaal gestoord worden van deze “onbetrouwbare” mentaliteit: zeggen dat je komt en dan gewoon niet komen opdagen of zelfs niet eens afzeggen. Hoe bestaat het! Natuurlijk is het merkwaardig, zeker voor Nederlanders of Amerikanen, die bij voorkeur recht door zee zijn. Maar de gemiddelde Libanees beschouwt dat anders. Men vertelt liever een leugentje om bestwil dan om nee te zeggen tegen jouw uitnodiging. Dat is in de ogen van de Libanees juist erg onbeleefd.

Veel Libanezen kunnen komische verhalen vertellen over hun belevenissen in de westerse wereld. Een punt dat vaak naar voren komt is dat ze een feest gaven in het land waar ze zaten en dat genodigden doodleuk ‘nee’ zeiden tegen de persoonlijke uitnodiging. Dat is not done in Libanon. Voor een Nederlander in Libanon vergt dat enige gewenning: als iemand je uitnodigt moet je altijd ‘ja’ zeggen, ook al weet je bij voorbaat dat je op die avond niet kunt. Later kun je dan alsnog afzeggen.

Ook het afzeggen gaat gepaard met de nodige ‘regels’. De hoofdregel is toch wel dat je zeer moet benadrukken hoe zeer je je vereerd voelt met de uitnodiging en hoe jammer je het vindt dat je niet kunt. Dat doe je in Nederland natuurlijk ook, maar de intensiteit waarmee hier dergelijke gesprekken worden gevoerd is toch even hoger. Het lijkt soms wel of iemand het winnende ticket van de lotto heeft verloren, zo jammer vind hij het allemaal. De ene buitenlander geniet van dergelijke conversaties, de andere buitenlander wordt doodziek van al het toneelspelen. Maar de laatste blijft dan ook meestal niet zo lang.

Maar goed, zoals gezegd was de lunch een groot succes. Het enige dat niet meezat, was het weer: 35 graden en geen zuchtje wind. Dat maak je hooguit één weekend per jaar mee in de bergen want normaal waait het altijd wel wat en houdt het met een graad of 25 wel op. Het was opvallend dat verscheidene gasten zeiden dat naarmate men hoger in de bergen kwam, de temperatuur ook omhoog ging. Dat is helemaal uitzonderlijk want meestal is het juist koeler hoe meer je klimt.

Normaal draait Brigitte haar hand niet om voor een flinke kookpartij, maar 50 mensen is wel erg veel, dus we hadden alles laten cateren. Erg gemakkelijk: men brengt het voedsel, bestek, glazen en ruimt na afloop ook weer alles op. Het enige wat we moesten klaarzetten waren stoelen en tafels…en op het laatste nippertje nog de nodige parasollen. Gelukkig hadden we twee grote lappen doek en die konden boven de tafels worden gespannen. Dat hield tenminste nog een beetje de zon tegen.

En wat de politiek betreft uit de titel van dit stuk: vrijwel volledig afwezig. Men heeft de buik een beetje vol van politiek en er werd nauwelijks over gepraat….en dat is ook wel eens goed!

vrijdag, september 08, 2006

Hezbollah en de wapens

Aan het begin van de week heeft Hezbollah leider Nasrallah een interview gegeven waarin hij nog eens herhaald dat Hezbollah niet van plan is om zijn wapens op te geven. Op zich niets nieuws. Wel relatief nieuw zijn de reacties op zijn speech. Zo hebben regeringsgezinde politici zich zeer kritisch uitgelaten over het voornemen van Hezbollah. Verschillende politieke leiders, met name de christenen en Druzen, stellen nu openlijk dat Hezbollah het Libanese volk niet kan beschermen en dat de wapens juist een gevaar zijn voor verdere escalaties. Ze zouden Israël een argument in handen geven om opnieuw geweldadigheden te begaan.

Het klinkt allemaal als vanouds. Immers, dezelfde argumenten werden indertijd gebruikt ten aanzien van de PLO die vanuit Libanon Israël aan het bestrijden was. Het lijkt erop dat de kloof tussen Hezbollah enerzijds en de rest van Libanon anderzijds groter begint te worden.

Althans, dat zou je denken als je de politici hoort. Toch verscheen gisteren de uitkomst van een opiniepeiling waaruit bleek dat de steun aan Hezbollah onder de bevolking juist is toegenomen tijdens de oorlog. Onder sjiieten was deze steun sowieso al Oostblokachtig hoog met 97%, maar ook de andere bevolkingsgroepen steunen Hezbollah in grotere mate dan voor de oorlog.

Daarnaast wees het onderzoek Michel Aoun als belangrijkste kandidaat voor het presidentschap voor de verkiezingen volgend jaar. Ook dat is opvallend want deze christelijke leider heeft telkens de zijde gekozen van Hezbollah en ligt regelmatig overhoop met de religieuze leider, de patriarch van de Maronitische kerk. Je zou verwachten dat gezien de ogenschijnlijke kloof tussen christenen en Hezbollah, Aoun hierdoor minder populair zou worden. Ook zijn aanvaringen met de hoogste christelijke baas zouden kunnen leiden tot mindere populariteit. Echter, de uitkomsten van de enquête wijzen op het tegendeel.

Het kan zijn dat de onderzoeker die de enquete heeft uitgevoerd niet geheel onpartijdig is; een veelvoorkomend probleem bij dit soort polls. Maar toch, misschien is de kloof tussen de Libanezen onderling wel kleiner dan de kloof tussen politici en de burger.

De bruiloften zijn terug

Gisteravond zijn we naar een bruiloft geweest van mijn collega. Oorspronkelijk stond deze gepland voor eind juli maar door de oorlog kwam daar niets van terecht. Gelukkig kon hij het verplaatsen naar gisteren. Het was de eerste bruiloft na de oorlog in het desbetreffende hotel en er schijnt nu een ware hausse te zijn van bruiloften die worden ingehaald: sommige dingen kun je wel uitstellen maar toch liever niet afstellen:-)

Een bruiloft in Libanon is volkomen anders dan in Nederland. Dat begint al met het trouwen op het gemeentehuis: in Libanon kent men geen burgerlijk huwelijk. Alle huwelijken zijn per definitie religieus en worden dus in de kerk of moskee gesloten. Dit heeft tot gevolg dat het familierecht feitelijk wordt bepaald door religieuze voorschriften. Al naar gelang je geloof val je onder verschillende soorten recht. Zo wordt echtscheiding bij maronieten niet toegestaan en bij moslims juist weer wel. Ook het erfrecht kent soortgelijke verschillen.

Maar hoe zit het dan met mensen die niet religieus zijn of van verschillende geloven komen? Tja, dat is inderdaad lastig, maar veel van dergelijke stellen besluiten buiten Libanon te trouwen, bijvoorbeeld in Cyprus. Kennissen van ons hebben dat gedaan omdat hij christen is en zij moslim. Dus ze zijn naar Cyprus gegaan en zijn daar koel en zakelijk getrouwd, als was het een bruiloft in Las Vegas. Het feest was in Beiroet.

Overigens, veruit de meeste Libanezen behoren tot een religieuze groepering. Er zijn maar weinig mensen te vinden die openlijk atheïst zijn. Een godsdienstig volkje derhalve. Men is ook erg open in het beleven van de religie. Zo krijg je met kerstmis vaak religieus getinte SMS berichten en e-mails.

In plaats van een simpel “Gelukkig kerstfeest”, is het meer van “Weest blij want de baby Jezus is geboren om het licht onder de mensen te verspreiden” en met Pasen stuurt men berichten in de trant van “Door het bloed van onze Verlosser zijn wij gereinigd van onze zonden”. Met Ramadan krijg je soortgelijke teksten, maar dan natuurlijk veelal Koran spreuken. Heel apart dat men zo openlijk vorm geeft aan religie.

Ook komt het soms voor dat men spontaan in religieuze liederen uitbarst. Zo waren mijn ouders en ik een keer de grot Jeïtta (absoluut een tip. Stel je de Grotten van Han in België voor en dan groter, mooier en vooral veel rustiger) aan het bezoeken waarbij je met een bootje een tocht maakte over de ondergrondse rivier. Eén van onze bootgenoten begon opeens gezellig te zingen, over dat Jezus haar beste vriend was en zo. Tja, dacht ik toen, je zult maar moslim zijn. Gelukkig had ze een mooie stem en gaf het wel een mystieke sfeer, zo helemaal onder de grond.

Een ander verschil met Nederlandse bruiloften is dat je hier altijd wordt uitgenodigd voor het diner, recepties doet men hier niet. Bij christelijke stellen wordt je dan ook uitgenodigd voor de kerkdienst, maar bij moslims is dat anders geregeld. De religieuze ceremonie is alleen bedoeld voor directe familie en hele goede persoonlijke vrienden. Vaak zit er ook enige tijd tussen de ceremonie en het feest. Zo was mijn collega al officieel getrouwd sinds juni. Omdat het feest meestal als het echte trouwen wordt gezien, althans dat pas dan het echtpaar bij elkaar kan wonen, betekende de oorlog voor hem dubbele ellende:-)

Het voelde goed om weer op een bruiloft te zijn. De laatste was van voor de oorlog, op 1 juli. Dat lijkt kort geleden, maar in Libanon gaan we toch zeker ééns in de twee maanden naar een bruiloft toe. Het lijkt wel of er veel meer wordt getrouwd in Libanon dan in Nederland, maar het is waarschijnlijk meer een kwestie van aantallen genodigden. Het is niet ongebruikelijk om meer dan 300 gasten te hebben. Tot aan 200 gasten wordt gezien als een kleine bruiloft, tussen de 200 en 300 is gemiddeld, tot aan de 500 gasten wordt als redelijk groot beschouwd en daarboven is echt groot. Vorig jaar waren we tweemaal op een bruiloft met rond de 1000 genodigden, dus dat waren grote diners.

De bruiloft gisteren was een ‘droge’ bruiloft, wat betekent dat er geen alcohol werd geschonken want beide families zijn moslim. Op zich heeft de Libanees ook helemaal geen drank nodig om het gezellig te hebben. Er werd voluit gedanst en het voedsel was ook prima in orde. Wat opviel was de mix van modern en conservatief. Veel aanwezigen met hoofddoeken maar ook de nodige vrouwen in strakke, niets verhullende kleding. Je vraagt je dan altijd af hoe beide groepen elkaar bekijken: met afkeuring, met stille jaloezie of er ergens tussenin?

Straks gaan we weer naar Qartaba. We organiseren een lunch deze zondag en verwachten tegen de 50 gasten. Gelukkig heeft het huis een grote tuin waar we de mensen kunnen plaatsen. We hebben er zin en onze vrienden ook. Het aantal afzeggingen en verhinderingen is bijzonder laag, een teken wellicht dat men een goede lunch wel kan gebruiken!

donderdag, september 07, 2006

Wakker in een vreemde wereld

[Ik had deze stukjes al een paar weken geleden geschreven, maar was het kwijtgeraakt op mijn laptop. Nu vond ik het bij toeval en bij herlezing is het nog redelijk actueel. Wel zijn de opmerkingen over de vluchtelingen in Beiroet inmiddels achterhaald omdat iedereen weer terug naar huis is]

Hamra is, zoals eerder beschreven, vol met vluchtelingen uit het zuiden van Libanon die het oorlogsgeweld ontvlucht zijn. Het straatbeeld is dan ook ineens geheel anders. Vrijwel de meeste vrouwen zijn gesluierd en gehuld in wijdvallende jurken, terwijl de oorspronkelijke bewoners van Hamra zich juist laten voorstaan op hun elegante kleding. Het moet een vreemde ervaring zijn: van je eenvoudige dorpje in het zuiden naar Hamra.

Voor veel Libanezen, wat zeg ik: Arabieren, heeft de wijk Hamra een magische klank. Het staat (maar vooral “stond”, Hamra is wat in verval geraakt tijdens de vorige oorlog van 1975 tot 1990) bekend als een mondaine wijk, waar oost en west elkaar ontmoeten. Een wijk van schrijvers, activisten en intellectuelen, waar het pan-Arabische gedachtegoed tot diep in nacht in kleine cafés werd besproken, waar revoluties werden bedacht bij het 4e glas wijn, om bij het 7e glas te besluiten dat ook revoluties alweer achterhaald zijn. De wijk waar alle dure winkels zich bevinden, waar appartementen meer kosten dan je ooit zult verdienen.

En dan sta je daar ineens: zo vanuit je agrarische dorpje hup in Hamra. Wat gaat er dan in je om? Meisjes, uiteraard met hoofddoek, lopen verwonderd langs etalages met de laatste Italiaanse mode. Jongens kijken verlekkerd naar de vele lingeriewinkels met uitdagende posters en etalagepoppen. Vindt men Hamra spannend, beangstigend? Wil men graag weer naar het eigen vertrouwde huis of toch eigenlijk ook stiekem blijven in het opwindende Hamra?

Je mag hopen dat in één van deze jongens en meisjes een schrijver schuilt die later terugdenkt aan deze weken in Hamra. Ben zeer benieuwd naar wat zijn of haar ervaringen en herinneringen zijn.

De opvang van de vluchtelingen is prima geregeld. Scholen en andere gebouwen hebben hun deuren geopend en men doet er alles aan om de vluchtelingen zo veel mogelijk te helpen. Dit is veel beter geregeld dan tijdens de burgeroorlog. Toen was er ook een grote vluchtelingenstroom die nauwelijks werd opgevangen. Het resultaat was dat veel vluchtelingen appartementen gingen kraken. Men is daar ook nu bang voor, maar dat lijkt voorbarig.

Opvallend is de tegenstelling tussen de goede opvang en de privé-mening van vele Hamra bewoners. Zoals een kennis tegen me zei terwijl hij wees naar een gesluierde vrouw: “Kijk maar goed, dit is een voorproefje van als Hezbollah ooit de macht krijgt”. Veel mensen denken negatief over de Sjiieten uit het zuiden. Ze zijn arm, ze zijn smerig, ze kraken je huis enzovoort.

Deze afkeer heeft nog geeneens met religie of wat ook te maken. Mijn kennis die de opmerking maakte, is zelf ook een sjiiet. Het heeft meer met sociale klasse van doen. De welvarende Libanezen die in de steden wonen houden van glamour, van lekker eten, sjieke kleding en dure auto’s. De gemiddelde sjiiet uit het zuiden voldoet niet aan dit beeld en dus wordt hij met minachting bekeken.

Libanon is in dit opzicht nog een onvervalste klassenmaatschappij in die zin dat men weinig respect heeft voor de armen. Ik heb ooit eens op de VPRO televisie een avondvullende documentaire gezien over het leven van een toiletjuffrouw. Prachtig! Maar daar hoef je in Libanon niet mee aan te komen. Men is simpelweg niet geïnteresseerd in de onderklasse. Dat is meer iets voor de westerse toerist.

Ook qua kleding vallen de zuiderlingen uit de toon. Natuurlijk heb je in Beiroet ook vrouwen met hoofddoek. Maar die doeken zijn vaak vrolijk gekleurd en worden zo gedragen dat je ook het nodige hoofdhaar ziet. Ook de rest van de kleding is meestal zo strak mogelijk om er aantrekkelijk uit te zien. Vaak ook draagt men make-up, wat voor mij vreemd is: de bedoeling van de hoofddoek is juist om je schoonheid te verbergen, terwijl make-up het tegenovergestelde doel heeft. De sjiietische vluchtelingen echter, zijn meestal nog geheel traditioneel gekleed en malen niet om aantrekkelijkheid in het openbaar.

Wat ik zelf altijd zeer amusant vind is wanneer een traditioneel geklede vrouw een lingeriewinkel binnenstapt of met veel zorg lipstick uitzoekt bij de drogist en die dan natuurlijk weer snel verwijdert voordat ze de winkel verlaat.

Het geeft aan hoe traditioneel men hier nog is. En niet alleen de gesluierde vrouwen overigens. Kijkend naar de opvallend grote hoeveelheid van dergelijke winkels, bestaat er een grote markt van vrouwen die zich graag zo aantrekkelijk mogelijk willen gedragen tegenover haar man. Op zich niets mis mee, maar wel redelijk anders dan in Nederland. Daar is make-up dragen op het werk al redelijk fout, voor je het weet wordt je uitgemaakt voor een lichtwicht. Hier durven de meeste ongesluierde vrouwen zonder make-up niet de deur uit. Brigitte bijvoorbeeld vindt Nederland of Amerika altijd een verademing: lekker zo de straat op, zonder eerst make-up aan te brengen, je haar goed te kammen en de juiste kleding uit te zoeken.

Je kunt je wat dat betreft wel een beetje voorstellen dat gesluierde vrouwen zeggen dat de sluier juist bevrijdend werkt. Alhoewel: zodra men onder elkaar is en de sluier af mag, begint de schoonheidsrace weer volop. De wijze van kleding verandert toch maar weinig aan dergelijke oerbeginselen. Nu ja, niets menselijks is de mens vreemd, zal maar zeggen.

Met gepaste trots...

Brigitte hoorde gisteren dat ze is aangesteld als Landelijk Contactpersoon Geestelijke Hulpverlening, zie de scan van de brief. Ja, dat is nog eens een goede brief om te krijgen!

Wel grappig: de brief is gedateerd op 8 augustus en we zijn nu al bijna een maand later. Was een probleempje met de bezorging:-) Ook zonder brief was ze al erg druk bezig met het coördineren en opzetten van hulpprogramma's in samenwerking met buitenlandse hulpdiensten. Zeker nu het vliegveld weer open is, worden meer buitenlandse experts verwacht. Druk, druk, druk, derhalve.


dinsdag, september 05, 2006

Alles weer bij het oude

Vanochtend was het weer eens raak: een bomaanslag. Ditmaal op het plaatsvervangend hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst van Libanon, Luitenant Kolonel Samir Shehade. Hij raakte slechts lichtgewond, maar vier andere agenten kwamen om het leven en vijf raakten zwaargewond.

Het konvooi waarin Shehade zich bevond werd door een autobom getroffen. Zijn geluk was dat hij niet in de voorste auto zat, wat normaal wel het geval is, maar in een auto daarachter. De daders hadden daar niet op gerekend en dit heeft zijn leven gered. Shehade is direct betrokken bij het onderzoek naar de moordaanslag op voormalig premier Rafik Hariri van vorig jaar.

Hij was een goede kennis van de ouders van Brigitte en hij bracht vorig jaar zijn condoleances tijdens de begrafenis van Brigitte's moeder. Een echte militair: zeer correct en alle mogelijke lintjes die je maar kunt bedenken. We zijn blij dat we nu niet naar zijn begrafenis hoeven.

Ik sprak er even over met mijn collega's en één van hen zei dat nu alles weer bij het oude is. Zodra de bomaanslagen weer beginnen is de oorlog echt voorbij.

Luchtblokkade getrotseerd

Gisteren landde vol trots een vliegtuig van Qatar Airways op het vliegveld van Beiroet. Trots, want men had de Israëlische luchtblokkade doorbroken. Uiteraard, zo werd verteld, met gevaar voor eigen leven want je weet maar nooit hoe de Israëlische reactie zal zijn.

Dan lees je vandaag in de krant dat Israël al een week geleden toestemming had gegeven voor deze vlucht. Dus helemaal geen heroïsche prestatie, maar gewoon netjes toestemming gevraagd en gekregen. Wat is er waar?

Die vraag is lastig te beantwoorden, maar er zijn tenminste twee redenen waarom ik in dit geval Israël ben geneigd te geloven:

  1. Qatar is een goede vriend van Amerika en heeft derhalve kanalen om met Israël zaken af te spreken, zoals “schiet ons vliegtuig niet neer”;
  2. Zal Qatar Airways werkelijk het risico hebben willen lopen op neerschieten? Lijkt onwaarschijnlijk.

Hoe het ook zij, de Israëlische reactie heeft prompt geleid tot ontkenning van Qatar Airways en van sommige passagiers die zweerden dat ze echt, heus, met gevaar voor eigen leven aan boord waren gestapt. Zo ben je een held, zo ben je een gewone passagier. Dat is even slikken.

Anderzijds, het kan natuurlijk ook goed zijn dat Israël eieren voor zijn geld heeft gekozen en snel het bericht naar buiten heeft gestuurd om zodoende het heldhaftige gedrag van Qatar Airways te verminderen.

Waarom had Israël dit bericht anders niet al twee dagen eerder gebracht? Immers, vanaf zaterdag ging al het gerucht dat Qatar Airways zou proberen de luchtblokkade te doorbreken. Pas na de succesvolle vlucht, kwam er een reactie van Israël. Dat duidt erop dat Israël heeft willen afwachten of Qatar Airways moedig genoeg zou zijn om daadwerkelijk op Beiroet te vliegen. Wat is er waar?

maandag, september 04, 2006

De tweede ronde

Veel Libanezen lijken hun vrees voor een tweede gevechtsronde wat kwijt te raken. Israël houdt zich relatief rustig en Hezbollah's strijdmacht schijnt van de aardbodem te zijn verdwenen.

Zorgelijker is de ontwikkeling binnen de oppositie. Nu Hezbollah haar machtsbasis in het zuiden is kwijtgeraakt aan het Libanese leger en UNIFIL, richt ze haar aandacht op de regering in Beiroet. Hezbollah, hoewel ze deelneemt aan de regering, vormt tezamen met de christelijke leider Michel Aoun, de oppositie en ze roeren zich steeds meer. Zo riep Aoun afgelopen vrijdag al op tot het aftreden van de minister-president. Zo niet, dan zullen antiregering demonstraties worden gehouden om de regering tot aftreden te dwingen.

Zijn oproep kwam hem op veel kritiek van andere politici te staan, maar het feit dat hij de steun geniet van Hezbollah en daarmee van 30 tot 40% van de bevolking stemt tot voorzichtigheid. Het is niet per definitie een loze kreet. Hopen maar dat het rustig blijft. Het zal toch al te jammer zijn als de tweede ronde een strijd van Libanezen onderling zou betekenen.

De regering is inmiddels de “competitie” aangegaan met Hezbollah en belooft nu 33 duizend dollar aan mensen die hun huis zijn kwijtgeraakt. Daarbij steekt de 12 duizend dollar van Hezbollah schraal af. Het geeft aan hoe serieus men de impliciete dreiging neemt van de sjiietische bevolkingsgroep. Mocht die zich afkeren van de regering, dan kan gevreesd worden voor het ergste. Vandaar dat men er alles aan doet om hen binnenboord te houden.

Politici in staking

Sinds gisteren is het Libanese parlement in staking gegaan. Dat wil zeggen, dat men een sit-in houdt in het parlementsgebouw om zodoende Israël te dwingen om de blokkade op te heffen. Eerst was er sprake van dat ze in hongerstaking zouden gaan, maar dat maakte weinig indruk op de bevolking. Politici zijn niet erg geliefd, dus of er een politicus meer of minder verhongert…ach.

Ook opvallend dat je nu ineens weer van de politici hoort als de oorlog voorbij is. Dan is men ineens flink. Waar waren ze toen de oorlog in volle gang was? Veel christelijke en soennitische politici deden geen enkele uitspraak en hoopten wellicht op een snelle nederlaag van Hezbollah. Nu dat niet het geval is, kiest men alsnog de kant van het Verzet en probeert men op een gezellige opportunistische manier een graantje mee te pikken van hun success.

Vandaag ook in de krant de opmerking van de Libanese minister van buitenlandse zaken dat hij inmiddels hoogstpersoonlijk had geregeld dat Israël de blokkade zou opheffen. Hij kon alleen niet zeggen wanneer ze dat zullen doen… Het zal vast niet de bedoeling van de beste man zijn geweest, maar ik lig altijd in een deuk van het lachen als ik dit soort berichten in de krant lees.

Het festival van Sint Theresa

Weer terug van Qartaba waar we het Sint Theresa festival hebben gevierd. De opkomst was enorm, veel, veel meer dan andere jaren. Het kan haast niet anders of de oorlog maakt religieuze gevoelens los in mensen. Het is al eerder opgevallen dat de kerken goed bezocht worden. Normaal gesproken is de Libanees al erg religieus, en nu helemaal. Elke keer weer mooi om mee te maken hoeveel steun mensen kunnen hebben aan het geloof.

Zoals eerder al gezegd, zijn we de eigenaar van een klein kerkje in Qartaba, gewijd aan de heilige Sint Theresa. Normaal gesproken is het kerkje gesloten, maar uiteraard niet tijdens het afgelopen weekend. We hielden zaterdag 3 diensten en zondag nog eens 4, waarvan wij het merendeel bijwoonden. Alleen de dienst om 8 uur op zondagochtend hebben we moeten overslaan, voornamelijk omdat de dag daarvoor het erg druk was en we pas een uur of 1 ’s nachts weer thuiswaren. Op zich niet erg laat, maar wel als je die dag al om 7 uur was opgestaan. Hopelijk zijn we er volgend jaar wel bij, want deze dienst is vooral bedoeld voor de kinderen, met speciale activiteiten en een aangepaste “preek”, georganiseerd door de nonnen van de nonnenschool.

Brigitte was vrijdag al vertrokken vanuit Beiroet om de voorbereidingen te treffen. Samen met de “Ladies of Qartaba” vereniging werd eerst het kerkje goed schoongemaakt. Vervolgens ging men aan de slag om het terrein om de kerk heen aan te vegen. De kerkdiensten worden buiten gehouden. Het is in september altijd lekker weer en je kunt meer mensen kwijt. Het altaar moet worden opgezet, stoelen worden klaargezet en ga zo maar door. De hele vrijdag en zaterdag zijn we er druk mee.

Het mooie is dat iedereen mee wil helpen. De één doet dit, de ander doet dat en het meeste ook volkomen belangeloos. Zo is Sint Theresa geassocieerd met rozen omdat toen ze stierf het rozen regende uit de hemel. Dus worden overal boeketten met rode rozen neergezet en slingers van rozen opgehangen. Een plaatselijke tuinier doneert deze rozen, want ja, het is voor Sint Theresa. De elektricien verving een aantal spaarlampen geheel gratis, en die zijn niet goedkoop.

Men heeft het grootste ontzag voor Sint Theresa. Een leuk verhaal in dit verband is dat een aantal jaren terug de timmerman bezig was om iets vast te timmeren aan een boom naast de kerk. Hij sloeg zich daarbij op de vingers en er ontsnapten hem een paar krachttermen. Zijn assistent wees hem erop dat hij dergelijke uitdrukkingen niet kon bezigen in de nabijheid van Sint Theresa. Als antwoord klonk het dat hij dat $*&@#$@ zelf wel uitmaakte. Direct brak er een tak af boven hem, viel op zijn hoofd en de timmerman moest met een flinke hoofdwond worden afgevoerd naar het ziekenhuis waar een hersenschudding werd geconstateerd. Sindsdien wordt dit verhaal uiteraard vaak verteld ter illustratie dat Sint Theresa een beschaafde vrouw is en zeker niet met zich laat spotten!

Het festival is één van de (weinige) hoogtepunten van Qartaba en de dorpelingen kijken er altijd sterk naar uit. Met name de zaterdagavond diensten worden goed bezocht. Er zijn dan ook kraampjes met lekker gebak, een ijscokraam, een kraampje met speelgoed voor de kinderen. Dit jaar hebben we ook voor het eerst een kraam uitgenodigd die suikerspinnen en popcorn verkoopt en nog een kraam met sandwiches zodat mensen ook een hapje kunnen eten na afloop van de kerkdiensten.

De sfeer is erg ontspannen. Het is buiten, met uitzicht over de vallei en dat geeft al meteen een ongedwongen sfeer. De priester neemt de biecht af op een bankje op het plein, een meter daarnaast staat een jongetje een ijsje te eten. Janine keek haar ogen uit en had zelf ook veel bekijks. Vorig jaar hadden we het festival helaas moeten schrappen omdat Brigitte nog in de rouw was vanwege het overlijden van haar moeder. Dit jaar, echter, leek iedereen zijn uiterste best te doen om de schade in te halen. En dat lukte uitstekend. Al met al een groot succes.

Zondagmiddag organiseren we altijd een lunch bij ons thuis voor de mensen die zich hard hebben ingezet voor het festival en overige vrienden uit Beiroet. Ook dat was erg gezellig en uiteraard, zoals het een goede Libanese lunch betaamt, zeer voedzaam. De lunch begon om 1 uur en rond een uur of zes gingen de laatste gasten weg. En meteen kwamen daar de buren al aan. Dus uitgebreid koffiedrinken. De buren waren nog niet weg of de volgende bezoekers kwam langs en zo ging het de hele avond door. Veel mensen komen nog even nakaarten over hoe goed het dit jaar was, hoeveel mensen er waren enzovoort. Ook veel giften gekregen, met name producten uit eigen moestuin. We hoeven de rest van september geen groente meer te kopen. Erg vermoeiend, erg gezellig, erg Libanees.